Het woord ‘purpose’ lijkt geleidelijk aan glans te verliezen. Onterecht, vindt Register Markteer Pieter Jan Doets.

In de publicitaire wandelgangen proef ik de laatste tijd een toenemende scepsis rond ‘purpose-denken’. Wat me daarbij opvalt is dat de aversie vaak betrekking heeft op de ‘vertaling’ van purpose naar communicatie.

Zo schreef merkstrateeg Frans van het Schip onlangs op Marketingfacts een artikel onder de kop ‘Waarom een Why, Purpose en Lovebrand je merk geen groei ­opleveren’. Hij toont zich een voorstander van Evidence Based Marketing (wetenschappelijk onderbouwd) en stelt nadrukkelijk de bewijsvoering rond de impact van ‘why & purpose’ ter discussie.

En Dick van der Lecq stelde op Adformatie.nl naar aanleiding van de ‘anti-masculinity’ campagne van Gillette, dat merken niet van de ene op de andere dag mee kunnen lopen in de ‘purposepolonaise’: ‘Je kunt je doelgroep beter op reis nemen, van A naar Beter. Idealen kosten immers tijd.’ Dus walk before you talk. Helemaal mee eens.

Vandaag de dag gaat het niet meer over ‘why’, maar over hoe organisaties en merken succesvol zijn by doing good – een tamelijk fundamentele verschuiving.

In de afgelopen tien jaar heb ik tientallen organisaties mogen begeleiden bij het inzichtelijk maken van hun purpose. De motivatie bij aanvang loopt daarbij uiteen van ‘we willen in ons bedrijf meer zingeving’ tot aan ‘we willen revitalisatie van het merk grondig aanpakken’.

Lees dit artikel op Adformatie