Neuroscience Is Going to Change How Businesses Understand Their Customers

A Fortune 100 automotive company is exploring a new technology on the periphery of their core business. The executives in charge believe they have struck on a possible breakthrough, but as they push the project into uncertain terrain, their traditional signposts for decision-making are no longer relevant in this new context. They need a new method for coming to strategic decisions within this unfamiliar and turbulent environment, but how?

Neuroscience, it turns out, can help change how companies think about new opportunities, and specifically, within the emerging field of applied neuroscience.

Applied neuroscience is best described as the use of neuroscience tools and insights to measure and understand human behavior. Using applied neuroscience, leaders are able to generate data about critical moments of decision making, and then use this data to make confident choices that help to navigate the future of an initiative.

Lees dit artikel bij Harvard Business Review

 

 

 

De creatief toch overbodig? Watson’s Lexus-commercial onder de loep

Commerciële creativiteit was ooit het exclusieve domein van de reclamemakers. Een vak apart. Daar werd je mee geboren. Dat kon verder niemand. Geen accountmensen en al helemaal geen klant. Dus toen ik twee jaar geleden verkondigde dat het niet lang meer zou duren voordat Artificial Intelligence zich met ons vak zou gaan bemoeien en creatie op veel terreinen zou kunnen vervangen, werd ik uitgelachen en voor gek verklaard. Maar nu is daar de Lexus-commercial, gemaakt door AI-computer Watson. Worden creatieven dan toch overbodig?

Een paar weken geleden las ik dat Watson, de AI-computer van IBM, een tv-commerial voor Lexus had gemaakt. En dan niet de uitwerking of filmshopping waarvoor computers al een jaar of twintig gebruikt worden, nee, de AI had het script geschreven. Niet zomaar een script, want en passant was ook de lengte van de shots en de overgang aangegeven. Grappig genoeg heeft ze het ook zelf voorgelezen, zoals een tekstschrijver dat zou doen. Ja, je leest het goed: ‘ze’. De jongens en meisjes van IBM hebben Watson een vrouwenstem meegegeven. Als een waarschuwing voor alle overwegend mannelijke creatieven in ons vak? Of was het als tegenwicht bedoeld voor het productieteam dat de commercial moest maken, vijf mannen en één vrouw?

Lees dit artikel van NIMA-Masterclassdocent Martin de Munnik op 

Marketinfacts is een gezamenlijke onderneming van NIMA en BBP Media

Het einde van het bereiksonderzoek?

Hoeveel mensen zien, horen of lezen reclame? Daarover zou het in bereiksonderzoek moeten gaan. Van oudsher wordt die vraag in afzonderlijke onderzoeken en per mediumtype beantwoord. Hoeveel mensen zien mijn reclame op TV? Hoeveel mensen lezen de krant of het tijdschrift waarin mijn advertentie staat? Hoeveel mensen luisteren er in het kwartier dat mijn reclameboodschap op de radio wordt uitgezonden? Nu ligt er een Request for Proposal (RfP) voor ‘Total Media Audience Measurement’. Het streven is om het bereik van alle media in één onderzoek te gaan meten. Het is de vraag of dat kan: is het niet alleen mogelijk als we radicaal breken met de huidige manier om bereik te meten?

Lees dit artikel op  

Marketingfacts is een gezamenlijke onderneming van NIMA en BBP Media 

 

Onderzoek BNO & NIMA naar marketingdesign: doe mee!

 

Al een aantal jaar wordt in het UK een zeer relevante onderzoek ‘What Clients Think’ uitgevoerd. Wat willen marketeers die opdrachten verstrekken aan designbureaus? Wat zien zij als toegevoegde waarde van ontwerpers en agencies? Wat kan en moet beter?

Het Bureau Nederlandse Ontwerpers (BNO) en NIMA hebben samen met Design Management Netwerk (DMN) het initiatief genomen dit onderzoek ook in Nederland uit te voeren. NIMA vraagt marketingdesign-opdrachtgevers in zijn netwerk vriendelijk om hieraan deel te nemen. Deelname kost ongeveer 30 minuten en vindt online plaats. Doel van het onderzoek is om de samenwerking tussen marcom-designbureaus en marketeers/bedrijven te verbeteren.

Het onderzoek is momenteel offline. Binnen twee weken kan je weer deelnemen. Je deelname wordt zeer op prijs gesteld!

Het onderzoek richt zich op de werkzaamheden van marketeers en organisaties waar zij werkzaam zijn, het verwerven van opdrachtnemers (bureaus, zelfstandigen) en de relatie die zij onderhouden met bureaus om samen door te groeien. De resultaten van dit onderzoek zullen door BNO, NIMA en DMN in het najaar door middel van een publicatie en event worden gedeeld.

Het onderzoek richt zich op de werkzaamheden van marketeers en organisaties waar zij werkzaam zijn, het verwerven van opdrachtnemers (bureaus, zelfstandigen) en de relatie die zij onderhouden met bureaus om samen door te groeien.

 

Onderzoek: wat precies doet Nederland online?

We kopen steeds vaker met onze smartphone, hebben steeds vaker een Instagram-account en maken ons best wel zorgen over wat bedrijven doen met onze data. Dat blijkt uit ‘What’s Happening Online’, het onderzoek dat al voor het elfde jaar op rij wordt uitgevoerd door Ruigrok NetPanel. Het levert interessante inzichten op over het internet- en social mediagebruik van Nederland. Dit zijn de highlights.

Met nóg meer devices online

In 2018 zien we dat de stijgende lijn in het gebruik van internet op smartphone doorzet. Ook het gebruik van internet op televisie blijft stijgen en is sinds 2012 bijna vervijfvoudigd. Inmiddels zitten bijna twee op de vijf Nederlanders aan hun slimme ‘buis’ gekluisterd. Daarentegen zien we een dalende tendens in het gebruik van de vertrouwde laptop en desktop. Uiteraard blijven digitieners en millennials de digitale koplopers.

Lees verder op  

(Marketingfacts is een gezamenlijke onderneming van NIMA en BBP Media)

 

 

(Recensie) Negativiteit mania – De waan van het negativiteitsdenken

Eindelijk leven we sinds verschillende decennia in een hemel op aarde. Verschrikkelijke ziekten, oorlogen of armoede zijn grotendeels uitgebannen. Als je populistische partijen, Twitter of bijvoorbeeld de publieke omroep moet geloven dan is dit geenszins het geval. Depressiviteit onder de westerse bevolking viert hoogtij. Hoe kan dit “ in hemelsnaam”?

Auteur: Rijn Vogelaar Uitgever: AnderZ
EAN: 978 946 296 0718

Eerste druk: 2018

Kernwoorden:

Boekrecensie door Joop Rutte, Register Marketeer I juni 2018

Ons brein heeft zich niet snel genoeg kunnen aanpassen aan de ontwikkelingen van de laatste eeuwen. Negatieve signalen komen harder binnen (de negativiteitsbias) omdat onze ingebouwde alarmfunctie te scherp staat afgesteld. Auteur Rijn Vogelaar beschrijft 3 menselijke weeffouten die ervoor zorgen dat we te weinig oog hebben voor de realiteit en de kwesties die werkelijk spelen in de wereld.

  • De negativiteitsbias voert terug naar de tijd dat we als mens nog niet bovenaan het dierenrijk stonden en we – vaak terecht – overal gevaar zagen. 95% van onze beslissingen worden intuïtief vanuit gecreëerde paden in je hersenen genomen. Ons brein gaat, met andere woorden, niet iedere nieuwe situatie onbevangen tegemoet.
  • De korte termijn fixatie zorgt er voor dat we onvoldoende oog hebben voor de lange termijn omdat dit geen direct resultaat oplevert. Hier wordt als voorbeeld de relatie tussen slechte voeding/ obesitas en chronische welvaartsziekten haarscherp aangehaald.
  • We leiden aan zelfoverschatting. We spreken de groep liever niet tegen en de andere groep deugt al snel niet, wat leidt tot bijvoorbeeld moralisatie en serieuze bedreiging van bedrijfsvoeringen of democratische systemen.

Rijn Vogelaar houdt in dit boek bovenstaande aspecten tegen het licht van de technologie (“een vloek of een zegen?”), de journalistiek (“de depressieve waakhond”), de overheid(“ afrekenaar op misstanden”), het bedrijfsleven (“fabrieken waar alle negatieve mechanismen druk aan het werk zijn” ) en het onderwijs (“in de ban van wat je slecht doet”).

We zitten in een collectieve waan van negativiteit door bovengenoemde weeffouten in ons brein. Mania, de Griekse godin, moet snel verbannen worden naar de onderwereld waar ze thuis hoort volgens Vogelaar. Hij zet aan de hand van vele bronvermeldingen helder uiteen waaraan het schort. De balans is zoek als het gaat om constructieve journalistiek (“negatief nieuws verkoopt”). De smartphone en de social-media zuigen ons het korte termijn brein in en voeden met likes en selfies het narcisme en het groepsdenken.

In het bedrijfsleven heerst ook de korte termijn, soms met opgedrongen groepsdenken waardoor de levensduur van bedrijven mogelijk onnodig wordt verkort. Vogelaar breekt een lans voor een meer constructieve samenleving; meer zingeving, compassie, cognitieve empathie en stimulatie van vertrouwen en individu. We gloriëren en komen tot ongekende hoogte als we in een positieve flow zitten. Impliciet breekt Vogelaar een lans voor de marketing discipline in organisaties die beter gedijt bij juiste waarheidsvinding via onderzoek, de (positieve) waarde die wordt gecreëerd en een goede balans tussen korte en lange termijn.

Negativiteit mania is als boek niet geheel vernieuwend en is meer een praktisch handboek met treffende voorbeelden waardoor het oorspronkelijke gedachtengoed uit “Ons feilbare denken” van Kahneman of “Homo Sapiens” van Harari meer betekenis krijgen. Het is een prettig geschreven boek dat je moet lezen indien je de juiste context van alledag en de ontwikkeling  in de maatschappij juist wilt duiden.  Het boek geeft enorm veel handvaten bij het ontwikkelen van de ideeën om het gedrag van klanten te begrijpen dan wel te beïnvloeden. Hiermee is het ook een prettig boek om te lezen als je bezig bent je te bekwamen in (online) communicatie en de alarmbellen wilt laten rinkelen bij mogelijke klanten.

 

How rethinking qualitative research can help brands understand Generation Z

Marketers need to rethink how to research young people since traditional qualitative research methods no longer work for Gen Z, according to an industry figure.

In a WARC Best Practice paper, How rethinking qualitative research can help brands understand Generation Z, Emily Goldhill, a strategist at Livity, argues that there are three notable trends that distinguish this age group from previous generations and which qualitative researchers have to consider if they are to develop effective strategies.

Primarily, of course, Gen Z are digital natives for whom the internet and digital platforms have opened up new possibilities denied their elders; the experience of being a young person has fundamentally shifted.

At the same time, these possibilities – where multiple things can be consumed simultaneously and new passions can be discovered and explored at a click or a swipe – make their identities much harder to define, and in turn, their attitudes and behaviours.

Lees dit artikel op WARC

Do Consumers Fill Out Brand Feedback Surveys Thoughtfully?

Most consumers say they do not take the time to fill out customer feedback surveys thoughtfully, according to recent research from Customer Thermometer.

The report was based on data from a survey of 1,000 people in the United States.

Some 46% of respondents say they usually complete feedback surveys if they are quick, and 45% say they usually ignore requests.

Only 9% of consumers say they usually take the time to thoughtfully fill out feedback surveys.

The share of consumers willing to give feedback—and the sentiment of that feedback—varies significantly by industry, the analysis found.

Bron en volledig bericht: Marketingprofs