Reclamefolders en de grote getallen

We sloegen even stijl achterover van de aantallen en proberen ons er een beeld bij te vormen

Folders zijn geen klein bier als je bedenkt wat de grootste adverteerders eraan uitgeven. Ze zijn ook niet vaak de creatieve vaandeldrager waar bureaus zich graag op voorstaan en vrijwel de hele marcombureauwereld schijnt zelf een nee-nee-sticker op de brievenbus te hebben. Maar de huis-aan-huisfolder is nogal een reclamemedium van formaat in Nederland. Of corona de fysieke ‘folderdruk’ daadwerkelijk heeft doen afnemen is overigens maar zeer de vraag. Het is sowieso best lastig om betrouwbare recente cijfers over folderen boven water te krijgen, maar er gaat kennelijk óók een hoop om in digitaal folderen.  

Vandaag plofte de Nationale Kortingsmonitor op de digitale deurmat, of beter: hij plofte twee keer op de deurmat. Zowel het onderzoeksbureau (Etil) als het ingeschakelde PR-bureau van de opdrachtgever (Reclamefolder.nl) leverde ‘m aan met een heleboel cijfers en statistiek, over folders en digitale folders en met een aantal boude stellingen die je minstens argwanend maken: 7 op de 10 Nederlanders bekijken (online) folders in de zoektocht naar kortingen. 4 op de 10 Nederlanders doen dit zelfs wekelijks. Mede door ontfoldering en de coronacrisis neemt het gebruik van papieren folders af, maar de digitale opties zijn daarentegen wel in opmars. Reclamefolder.nl is een belangrijke informatiebron voor velen. 3 op de 10 Nederlanders maken hier gebruik van. Daarnaast kopen 7 op de 10 gebruikers van Reclamefolder.nl wel eens een aanbieding dat op dit platform staat.

Vaak toch een wat verguisd medium onder marketeers en reclamemakers

We sloegen even stijl achterover van de aantallen en proberen ons er een beeld bij te vormen: Van de grofweg 17,3 miljoen Nederlanders gebruiken er 5,2 Reclamefolder.nl en 3,6 miljoen koopt weleens via dat platform. We bedenken het niet zelf, het staat in het rapport dat we vanmorgen ontvingen. En dat hele onderzoek staat live en gratis en voor iedereen beschikbaar trouwens. Deed ons afvragen: hoe zit het met folders? Al dan niet digitaal? Vaak toch een wat verguisd medium onder marketeers en reclamemakers zélf, maar razendpopulair bij consumenten, de nee-nee-sticker ten spijt. En ook een enorme hap uit het mediabudget. Uit het Top 100-overzicht van MarketingTribune van dit jaar – óver 2020 – halen we bijvoorbeeld wat een paar grote adverteerders uitgeven aan folders: AS Watson (Kruidvat, ICI Paris, Trekpleister) is de grootste folderaar van Nederland (8,6 miljoen euro), op de voet gevolgd door Lidl (8 miljoen euro), maar onderschat ook Praxis (3,4 miljoen euro), Gammagroep (5 miljoen euro), Aldi (6,8 miljoen euro), Etos (4,9 miljoen) en Blokker (3,5 miljoen) niet. De cijfers in die Top 100 zijn afkomstig van Nielsen trouwens.

17 minuten folder

Over die fysieke ontfoldering – al dan niet door corona – waar Reclamefolder.nl over rept konden we niet zoveel terugvinden in andere onderzoeken of vakmedia, maar er is sowieso iets met foldercijfers en onderzoek. We stuitten wel op een héérlijke column/artikel over folders (en de vermeende terugloop door corona) van good old Peter Olsthoorn op Adformatie: ‘De folder is onmisbaar, zelfs de Tesla-rijder heeft geen nee-sticker‘. Uit een pre-coronaonderzoek van NOM in 2019 blijkt (lezen we bij DPG Media) dat ‘maar liefst 11,2 miljoen mensen wekelijks folders lezen (zowel in print als digitaal). Na een gemiddelde leestijd van 17 minuten gaat vervolgens 82 procent van alle folderlezers naar de winkel of komt in actie op internet. Bij bijna de helft van de Nederlandse huishoudens bepalen de folders zelfs wat er op de boodschappenlijst komt te staan’. We gingen dus op zoek naar de NOM Folder Monitor van 2020 of 2021, maar die lijkt helemaal niet meer te bestaan. Of we kunnen ‘m niet vinden.

Zou het echt mínder worden met de fysieke folderverspreiding?

Kort en goed: er gaan grote getallen rond als het over folders gaat, of ze nou digitaal worden gelezen of niet, echt accurate cijfers konden we niet vinden en de vrienden van Reclamefolder.nl beleven gouden tijden als waar is wat ze over zichzelf schrijven. De vraag die blijft liggen: zou het echt mínder worden met de fysieke folderverspreiding (die vaak ook richting fysieke retail leidt), want van de permanente en definitieve doorbraak van e-commerce ten faveure van brick-winkels kwam feitelijk niks terecht, al werd het eindeloos vaak voorspeld toen we in de eerste lockdown zaten.  

Vooral jongeren zoeken korting

Terug naar het onderzoek van Reclamefolder.nl (en weeg zelf de betrouwbaarheid van de bron maar): “Het aantal consumenten dat ‘toegeeft’ op zoek te gaan naar korting is tevens gestegen. Met name de jongere doelgroep geeft aan actief op zoek te gaan naar korting, terwijl ze het product waarvoor de korting geldt eigenlijk niet nodig hebben. Bij een korting van ongeveer veertig procent komen de meeste mensen in de verleiding. Wat in de onderzoeksresultaten verder opvalt, is dat vooral op voedingsgebied het aantal impulsaankopen is gestegen. Dit in tegenstelling tot schoenen, reizen, boeken, meubels en tassen waarbij het aantal impulsaankopen in de laatste vijf jaar is gedaald. Vrouwen komen vaker in de verleiding om dit soort impulsaankopen te doen dan mannen.”

“Online informatiebronnen zoals websites van winkels, Google en digitale folders zijn in de afgelopen jaren een grotere rol gaan spelen in de zoektocht naar kortingen. Met name het gebruik van digitale folders en een folderapp is in de laatste drie jaar aanzienlijk toegenomen. Uit cijfers van de Nationale Kortingsmonitor 2021 blijkt dat inmiddels zeven op de tien Nederlanders online folders raadplegen. Vier op de tien doen dat zelfs elke week. Mogelijk zijn de ontfoldering in veel gemeenten en de coronacrisis aanleiding voor de versnelde digitale revolutie.”

Dit artikel is geschreven door Luuk Ros SCP en verscheen eerder op

Zo stel je het ideale contentteam samen

De wereld van digitale content verandert in razend tempo. En ons werk als digitale specialisten – en wat we daarvoor moeten kunnen – verandert net zo snel mee. Hierdoor is het samenstellen van goede teams en het vinden van de juiste mensen een uitdaging. Want hoe bepaal je wat je team nodig heeft? En welke functietitel hang je daar aan? 

Contentmanager, contentmarketeer, copywriter, customer journey-expert, content lead of contentgoeroe. Contentspecialisten gebruiken 101 titels voor het omschrijven van hun kunnen. En bij elk bedrijf wordt eenzelfde functieomschrijving ook weer anders geïnterpreteerd. Dus hoe weet je dan welke expert je nodig hebt? Door te selecteren op vaardigheden, weet je zeker dat je de juiste expert in huis haalt om jouw doelstellingen te halen. Zo neem je niet per ongeluk een contentmanager aan die ervaring heeft met meerdere CMS’en, maar niet in CSS kan werken. En dat was nou nét wat je nodig had. 

Daarom is het slim om eerst je contentdoelstellingen in kaart te brengen. Welke doelen heb je? En welke skills heb je daarbij nodig? Schrijf alle benodigde vaardigheden op. Bekijk daarna welke kwaliteiten je team al in huis heeft, zo weet je ook gelijk welke vaardigheden je nog mist om je doelstellingen te halen. Op basis van deze informatie kan je een concrete vacaturetekst opstellen én de juiste functietitel er aan hangen. Zo nodig jij straks de juiste mensen uit voor een gesprek. 

Zo selecteer je in 3 stappen de juiste mensen

Nu je weet waarom het beter is om te selecteren op skills, is het tijd om aan de slag te gaan: 

1. Breng je doelstellingen in kaart

Om te zorgen dat jij de juiste persoon aanneemt, is het in kaart brengen van jouw contentdoelstellingen belangrijk. Wat is je doel? En welke skills heb je daarbij nodig?

Misschien heb je als doel het verbeteren van de online zichtbaarheid. De content die je hiervoor nodig hebt, willen jullie binnen de organisatie maken. Kennis en ervaring in contentcreatie, online marketing en data komen dan goed van pas. 

Met behulp van het Content Skillset Model van Crossphase kun je onderzoeken welke vaardigheden je nodig hebt om dit doel te bereiken. Kijk hierbij niet naar wat het team kan, maar juist naar wat het team nog nodig heeft.

2. Leg jouw team onder de loep

Als je de benodigde skillset hebt vastgelegd, start dan met het in kaart brengen van je medewerkers. Hoe ziet het team eruit en welke vaardigheden komen erin voor? Denk aan contentmanagement, contentwebredactie, analytics en UX-design. 

Verwar het onderzoek naar vaardigheden niet met een evaluatie

Door het voeren van individuele gesprekken, krijg je meer inzicht in de skillset van jouw team. Verwar het onderzoek naar vaardigheden niet met een evaluatie. Een open en veilige omgeving, en oprechte belangstelling zijn belangrijk voor een optimaal resultaat. 

3. Analyseer welke skills je nog mist

Nu je weet over welke vaardigheden jouw team beschikt, kun je zien welke nog missen in het team. Heb je het model gebruikt om te plotten? Dan kun je de figuren van jouw medewerkers samenvoegen tot één figuur. Leg vervolgens het figuur van jouw team en de benodigde skillset over elkaar heen en je ziet gelijk waar er expertise ontbreekt. 

Ook zonder het model zie je op papier welke vaardigheden niet in het rijtje voorkomen. Heb je een contentmanager nodig die ook ervaring heeft met SEO? Of juist een webredacteur met ervaring in UX-writing? Stel jouw vacaturetekst zo concreet mogelijk op. Geen ruimte om mensen aan te nemen? Dan weet je nu ook in welke vaardigheden je het eigen personeel op moet leiden. 

Met of zonder Content Skillset Model: je team en je doelstellingen profiteren van het selecteren op skills!

Dit artikel verscheen eerder op

The Cookieless Era (9): De oplossingen vergeleken

Maandelijkse kosten variëren, maar dit zou niet de reden moeten zijn om te beslissen welke oplossing moet worden geïmplementeerd

In eerder verschenen blogpostings over The Cookieless Era werden Tracking Prevention Tooling en Server-side tagging aangedragen als mogelijkheden. Het één is een oplossing die je op korte termijn, tegen relatief beperkte investering kunt inzetten om je analytische data van het website verkeer goed gemeten te krijgen. Het ander is een vrij technische, lange(re)-termijn oplossing die je onder meer in staat stelt om de datakwaliteit en –integriteit van je analytische gegevens te borgen.

Tracking Prevention Tooling werd eerder in deze blogserie toegelicht en is een oplossing die je op korte termijn, tegen relatief beperkte investering kunt inzetten om je analytische data van het website verkeer goed gemeten te krijgen en daarmee de kwaliteit en integriteit te borgen. Tracking Prevention Tooling is echter niet in staat om de prestatiedata van jouw advertising-campagnes door te sturen naar de advertising-platformen. Om klaar te zijn voor de Cookieless Era op het gebied van advertising-campagnes zul je met server-side tagging beter af zijn.

Server-side tagging is een vrij technische, lange(re)-termijn oplossing die je enerzijds in staat stelt om de datakwaliteit en –integriteit van je analytische gegevens te borgen. Anderzijds biedt het de oplossing om ook de advertising platformen te blijven voorzien van de prestatiedata, zodat je bij het blokkeren van third party cookies door Chrome straks niet zonder data zit om je campagnes op bij te sturen of te attribueren.

Zoals eerder beschreven, is Datahive360 op zichzelf staand geen oplossing voor de Cookieless Era. Datahive360 ondersteunt bij dataverrijking en is daardoor in combinatie met één van de twee oplossingen ideaal. Je creëert zo meer relevante data, die ook nog eens correct is en kan worden gecombineerd in een ‘Single-source-of-truth’.

Comparison of solutions

Server-side tagging is een oplossing waarbij de infrastructuur van een adverteerder wordt aangepast. De implementatie en onderhoud vergen een aanzienlijke hoeveelheid tijd, moeite en technische vaardigheden. Het gebruik van bestaande tooling voor het voorkomen van tracking gaat samen met een eenvoudigere en snellere installatie. Het is een hybride aanpak die parallel loopt met de reguliere opzet. Bovendien is de tijd die wordt besteed aan onderhoud en de complexiteit van trackingpreventietools aanzienlijk minder.

Niets doen is eigenlijk geen luxe die iemand zich kan veroorloven 

Maandelijkse kosten variëren, maar dit zou niet de reden moeten zijn om te beslissen welke oplossing moet worden geïmplementeerd. Het belangrijkste verschil tussen de twee oplossingen is dat een adverteerder met Server-Side Tagging marketingactiviteiten kan (blijven) beheren en bijsturen op data. Overweeg opties voor segmentering en remarketing. Tracking Prevention-tooling verrijkt alleen statistische gegevens, wat leidt tot meer inzichten, maar biedt geen opties om marketing vanuit een targetingperspectief te versnellen.

Onze aanbeveling is om onmiddellijk een trackingpreventietool te implementeren. Doe dit zo snel mogelijk. En overweeg vervolgens of server-side tagging past bij je behoeften van marketingactiviteiten. Niets doen is eigenlijk geen luxe die iemand zich kan veroorloven. Door een tracking prevention tool te implementeren, zorg je ervoor dat je huidige data gaps opvult en jouw organisatie de tijd geeft om de marketingstrategie te herzien en (door)ontwikkelen. Je bent altijd in staat om te versnellen en veranderingen door te voeren. Creëer nu een veilige haven!

Dit artikel verscheen eerder op

De noodklok luidt voor influencer-marketing

Gaat dit marketingkanaal 2030 halen?

Nee, influencer-marketing is nog niet dood, schrijft Bradley Hoos, Chief Growth Officer van het Amerikaanse full-service influencer-marketingbureau The Outloud Group. Want dan zou hij zijn eigen business opheffen, natuurlijk. Maar dat er iets in zijn industrie moet veranderen, daar is hij wel overtuigd. Want het gaat niet helemaal goed.

Uit de cijfers blijkt dat het voor de Amerikaanse markt voorlopig nog wel even goed zit. In 2020 was de ‘industrie’ 9,7 miljard dollar waard, dit jaar naar verwachting ongeveer 13,8 miljard dollar. En de voorspelling is dat influencer-marketing jaarlijks tot 2028 met ongeveer 30,3 procent zal groeien. EMarketer geeft aan dat in 2021 de uitgaven aan influencer-marketing 3 miljard dollar zullen bedragen en volgend jaar wellicht 4 miljard dollar.

Maar Hoos ziet scheuren verschijnen in het businessmodel van dit marketingkanaal en dat een kanaal komt en ook weer gaat is op zich niet iets nieuws onder de zon, schrijft hij. Kijk maar naar de Gouden Gids, print-advertenties, banner-inkomsten, content achter een slotje om maar een paar voorbeelden te noemen. Ooit klotste het geld tegen de plinten op, tot de bron opdroogde. En dat moeten we voorkomen, schrijft hij in zijn column voor Forbes.

Influencer-marketing kent volgens Hoos twee poten, of richtingen:

1. Zoals we het eigenlijk nu kennen: social media ‘creators’ met grote groepen volgers die bepaalde merken en producten promoten.
2. third-party ondersteuningen van betrouwbare bronnen.

‘Third-party advocacy’

Als je influencer-marketing breed definieert, zal het niet zo snel verdwijnen. Hoos doelt hierbij op wat hij ’third-party advocacy’ noemt. Hij noemt als voorbeeld de DJ die op de radio zegt dat ergens lekker heeft gegeten en dat zodra jij er heen gaat en zijn naam noemt, je korting ontvangt. Consumenten hebben behoefte aan mensen die ze vertrouwen of aan wiens mening ze waarde hechten. Een voorbeeld uit het Nederlands verleden: Johan Cruijff die vrolijk meedoet in advertenties voor een product waaraan hij later zou komen te overlijden.

Het is een Nielsen-onderzoek van al enkele jaren geleden (2015), maar 84 procent van de consumenten ervaart aanbevelingen van vrienden en familie als het invloedrijkst en betrouwbaarst. Daar moet je dus als influencer bij in de buurt komen! Maar wat veroorzaakt dat deze vorm van marketing richting de afgrond zou gaan? Er is minder vertrouwen in influencers. En het drááit juist om vertrouwen in dat hele influencer-marketing.

Een team vormen

Bradley Hoos schrijft dat influencer-marketing succesvol is als creators een team vormen met merken waarmee ze écht een klik hebben, die ondersteunen en ook bereid zijn om andere betaalde klussen te laten liggen omdat ze trouw zijn aan dat ene merk. Hij noemt het ronduit beangstigend dat er creators zijn die vooral focussen op commercieel gewin op korte termijn in plaats van de waarde te zien van het vertrouwen dat hun publiek in hen heeft  – en wat dat op langere termijn aan inkomsten oplevert. Zo brengen ze de betrouwbaarheid van de hele industrie in gevaar, aldus Hoos.

Rebecca Kowalewicz, Vice President Digital van het Amerikaanse Clearbridge Branding Agency,  schreef vorig jaar op hetzelfde Forbes dat uit onderzoek bleek dat de engagement rate van influencers aanzienlijk daalde van 2019-2020. En, zo schrijft ze, sommige marketeers melden ook minder conversies.

‘Influencers worden vaker als onoprecht gezien’

Kowalewicz schrijft: “Van wat ik heb gezien, realiseren meer consumenten zich dat influencers niet altijd authentieke productgebruikers zijn; ze zijn woordvoerders die worden betaald om producten te pitchen op social media in plaats van op tv. Influencers worden daarom vaker als onoprecht gezien. Veel consumenten worden afgeschrikt door wat zij zien als de overdreven posh-levensstijl van influencers die niet overeenkomt met hun eigen levens en ervaringen.”

Zij ziet meer heil in het gebruik van user generated content en haalt ook het Nielsen-onderzoek aan.

Betrouwbaarheid ten grabbel gegooid

Hoe kun je volgens Hoos oordelen of een creator zijn of haar betrouwbaarheid te grabbel heeft gegooid? Nou, wat dacht je van het lezen van het commentaar onder deze vorm van sponsored content? Dat geeft al aardig aan of een creator op één lijn met zijn publiek zit. Als het niet oké voelt, hebben slimme fans dat razendsnel door, schrijft hij. En als dat gebeurt, verliezen creators op korte termijn omzet en op de langere termijn zelfs de mogelijkheid om geld te verdienen aan het vertrouwen van hun publiek. Hoos: “Gebeurt dit vaak genoeg, dan gaat de influencer-industrie kopje onder.”

In het wereldje tiert fraude welig, zo concludeerde het Franse adviesbureau Stellar

Maar er is natuurlijk meer aan de hand dan wat Hoos uiteen zet. In het wereldje tiert fraude welig, zo concludeerde het Franse adviesbureau Stellar al, dat vorig jaar met HypeAuditor onderzoek deed.

Nep-volgers, het kopen van volgers, spammen en – zo is in de Volkskrant te lezen: “Het kopen van positieve commentaren of het afspreken deze onderling uit te wisselen. Van de influencers met een miljoen volgers is bij maar liefst zestig procent sprake van commentaarinflatie. Als er dolenthousiaste reacties staan onder hun posts is er een grote kans dat die niet authentiek zijn.”

Drie takeaways

Stellar gaf vorig jaar drie takeaways voor effectieve influencer-marketing in 2020 (en dus ook voor 2021 natuurlijk):

  1. Durf voor samenwerkingen in te zetten op nano- en micro-influencers. Hun authenticiteit, engagement en enthousiasme ligt doorgaans hoger, terwijl fraude en kosten lager uitkomen.
  2. Combineer verschillende metrics én deskundige interpretatie om te achterhalen of een influencer zijn/haar statistieken kunstmatig opdrijft, alle metrics moeten deskundig geïnterpreteerd worden.
  3. Gebruik engagement-benchmarks die specifiek zijn voor de influencer-klasse waartoe een profiel behoort. Grotere profielen hebben gemiddeld namelijk lagere engagement scores.

Hoos’ oproep voor betere influencer-marketing is geen rocket science

Hoos’ oproep voor betere influencer-marketing is geen rocket science: creators en merken moeten eens goed met elkaar om de tafel en kijken wat beter kan.

“Creators: jullie moeten selectiever worden voor welke merken je aan de slag wilt gaan. Denk heel goed na of het merk een klik met je fans zal hebben – of ze bij elkaar passen. Merken, daar geldt hetzelfde voor: let goed op met wie je in zee gaat. Zoek creators uit die passen in het profiel van je doelgroep en die je doelgroep bereiken. En het beste: die eigenlijk ‘gewoon’ ook al klant zouden worden.”

En mocht het allemaal toch niet lukken, dan heeft Hoos toch nog een geruststellende boodschap: third-party advocacy zal altijd blijven bestaan, maar marketeers zullen alleen een nieuwe manier moeten zien te vinden om deze ‘advocacy’ buiten de social media-influencers te vinden.

Dit artikel is geschreven door Kari-Anne Fygi en verscheel eerder op

The Cookieless Era (6): Server side tagging

Een sterke langetermijn-oplossing, mits correct geïmplementeerd en onderhouden

In deze cookieless era blogreeks praten we je bij over alles omtrent het verdwijnen van cookies zoals we die vandaag de dag kennen. In eerdere blogs hebben we de meest gebruikte begrippen voor je uitgelegd, we hebben verteld waarom dit gebeurt en welke impact het op adverteerders heeft. Ook hebben wel diverse oplossingen besproken zoals tracking prevention tooling en first party gathering. In dit blog gaan we dieper in op een andere technische oplossing: server-side tagging. Wat is het, hoe werkt het en wat is bijvoorbeeld het verschil met client-side tagging?

Client-side tagging is de meest gebruikelijke manier om gegevens van websites te verzenden. Als je in dit opzicht naar een client verwijst, is de client hetzelfde als de browser van de websitebezoeker.

Wanneer de website wordt bezocht zorgt het tag management system er (meestal) voor dat alle juiste tags worden gemaakt en verrijkt. Bij client-side tagging heeft de browser van de website-bezoeker een sleutelrol als het gaat om de vraag naar welke externe (first & third party) platformen data wordt verstuurd. Vanwege trackingpreventie worden third party cookies geblokkeerd en wordt de levensduur van first party cookies verkort tot één dag. Dit resulteert in een gebrek aan attributie en een gebrek aan middelen om specifieke doelgroepen te targeten of te retargeten. Dit komt doordat de browser die de klant gebruikt in de huidige situatie een cruciale positie inneemt en bepaalde datastromen blokkeert.

Wat is server-side tagging?

Bij server-side tagging wordt de omgeving van de adverteerder uitgebreid door het creëren van een cloudbased server constructie. Als de website wordt bezocht dan wordt alle data eerst doorgestuurd naar de server. Omdat dit binnen het eigen domein van de websitehouder ligt (first party), wordt dit niet geblokkeerd door de browsers. Vervolgens pusht de server data door naar externe platforms.

Verschil client-side tagging en server-side tagging
Het grote verschil tussen deze oplossingen is het zicht van browsers op waar de data naartoe gestuurd wordt en hun invloed op het blokkeren van cookies. Omdat we weten dat client-side tagging uiteindelijk zijn waarde volledig zal verliezen is server-side tagging interessant geworden omdat dit een robuuste totaaloplossing biedt.

Een cloud-based server binnen het domein van een adverteerder
Server-side tagging biedt een infrastructuur waarbij een cloud-based server zich binnen het domein van een adverteerder lijkt te bevinden. Daarom is het niet nodig om de hardware-infrastructuur aan te passen. Deze situatie biedt duidelijke voordelen met betrekking tot de cookieless era.

  1. Bij server-side tagging wordt de data eerst naar de cloud-based server gestuurd.
  2. Aangezien het hier om data van een bezoeker gaat die rechtstreeks naar de server van een adverteerder worden gestuurd, wordt dit gezien als first party data.
  3. De browsers van de bezoekers zullen de interactie tussen de website van de adverteerder en de cloud-based server van de adverteerder niet verstoren.
  4. De server pusht de gegevens vervolgens verder naar de externe platforms.
  5. Daarna kunnen deze gegevens worden gebruikt door een marketing automation-platform, analytics providers, personalisatietool of een ander type uitvoeringssysteem.

Cloud-based server als proxy

Het doel van deze opzet is om een ​​endpoint te creëren in een serveromgeving waarvan een adverteerder eigenaar is. De cloud-based server fungeert als een proxy (tussenpersoon) tussen datapunten die door browsers en apparaten worden verzonden en de externe platforms.

Aangezien servers in het primaire (sub)domein van een adverteerder niet worden gehinderd door trackingpreventie vanuit browsers, blijft het mogelijk om first and third party data uit te wisselen met externe platforms. De server-side tagging oplossing maakt de distributie van cookies vanuit de eigen omgeving mogelijk.

Bijkomend voordeel voor een adverteerder is de mogelijkheid om de levensduur van cookies tot 180 dagen te verlengen. Hierdoor behoudt een adverteerder de mogelijkheid om gegevens te verzamelen en inzichten af ​​te leiden met betrekking tot rapportage, attributie, segmentatie, targeting, A/B-testen enzovoort.

Voordelen server-side tagging

  1. Minder kwetsbaar voor bijvoorbeeld een onderbroken verbinding of adblocker

Client-side tagging is kwetsbaar voor data-uitdagingen vanwege problemen aan browserzijde, zoals een onderbroken verbinding of een overactieve adblocker. Er is een onbeperkt aantal scenario’s die ertoe kunnen leiden dat er iets kan gebeuren dat de datatransmissie beïnvloedt. Server-side tagging is over het algemeen betrouwbaarder. Dit omdat de reikwijdte van datamanagement aanzienlijk wordt beperkt en de organisatie meer controle kan uitoefenen op de transmissie van data. Server-side tagging is minder kwetsbaar voor uitdagingen zoals een onderbroken verbinding of adblocker.

  1. Herschrijven third party cookie naar first party cookie

Doordat de server-side container op het domein van de adverteerder zelf staat, is de adverteerder in staat third party cookies te herschrijven naar first party cookies. Op deze manier worden deze cookies niet geblokkeerd en zijn ze in staat om de relevante data door te sturen. Het biedt een adverteerder volledige controle over alle aspecten van dataverzameling, -verspreiding en –verwerking. Het stelt adverteerders en marketeers in staat om een volledig functionerende analytics stack te behouden, zonder het toevoegen van third party code aan de browser of het device van de gebruiker wat ook de laadsnelheid van de website negatief beïnvloedt.

  1. Geen problemen met betrekking tot sampling data

Bovendien lost het problemen op met betrekking tot sampling data in analytics en zijn er betere mogelijkheden om spam en bot traffic te onderscheiden. Het geeft je volledige controle over datavalidatie, beveiliging en privacy. Maar: with power comes great responsibility. Server-side tagging maakt adverteerders verantwoordelijk voor het beschermen van privacy(gegevens) van bezoekers én eventueel misbruik van persoonlijk identificeerbare informatie (PII). Lees meer over PII in ons blog.

Voor- en nadelen

Server-side tagging is een lange-termijn oplossing met grote implicaties als het aankomt op datagerelateerde details. Implementatie van server-side tagging heeft een aantal voor- en nadelen.

Nadelen:

– Uitgebreide implementatie (naar schatting tussen de 40 en 100 uur) die vraagt om een gedetailleerd implementatieplan en nauwe samenwerking tussen adverteerder en agency.

– Maandelijkse vaste kosten, afhankelijk van de gekozen server. Daarnaast zijn er bijkomende variabele kosten afhankelijk van het aantal hits.

– Zeer technische en uitgebreide impact die diepgaande vaardigheden en kennis vereist om deze oplossing correct te beheren. Dit resulteert in grotere afhankelijkheid van skilled analytische werknemers en/of een digital marketing agency.

Voordelen:

– Het is een sterke langetermijn-oplossing. Wanneer correct geïmplementeerd en onderhouden, biedt het adverteerders een enorme hoeveelheid first party data.

–  Het geeft de adverteerder volledige controle over alle aspecten van (first party) dataverzameling, datavalidatie, dataverwerking, privacy, beveiliging en distributie.

–  De data die is verzameld kan worden blijven ingezet voor marketingdoeleinden zoals e-mail- & remarketing.

Tot zover de bak informatie met betrekking tot server-side tagging. Een onderwerp dat logischerwijs aardig wat vragen kan oproepen. Mocht je die hebben, reageer dan hieronder op de blog of stel je vraag in een van onze online vragenuurtjes omtrent de cookieless era.

Wat is er nog meer mogelijk naast Server side tagging?
In deze blogreeks nemen we je mee in de wereld van de cookieless era. Hier vind je links naar alle eerdere blogs op Marketingfacts.

Dit artikel verscheen eerder op

Fotoreportage vernissage NIMA Marketingfacts Jaarboek 2021-2022

Oktay ontvangt eerste exemplaar van Martin, met een speciale boodschap van Kirsten

Gisteravond ontving Oktay Ertana het állereerste NIMA Marketingfacts Jaarboek ’21-’22 uit handen van Martin Huisman, oud-directeur en erelid van NIMA. Daar hoorde een bloggersborrel bij en een diner met de auteurs, maar bovenal een hoop lol en enige verwondering. Want welbeschouwd is het Jaarboek – sedert 2005 – een onmogelijke prestatie van en door marketing-Nederland. Elf hoofdstukken, vier ‘hot topics’ in het enige dodebomenprintje dat de redactie van Marketingfacts in een jaar aflevert, vormen intussen een soort marketingbijbel die z’n weerga niet kent. Daar moest op gedronken worden.

Beide hoofdrolspelers van het ‘officiële moment’ hadden trouwens vooraf geen idee wat hen te wachten stond, maar omdat Kirsten Andres, directeur van hét Nederlands Instituut voor Marketing, een gelukkig moment beleefde op de diploma-uitreiking van haar zoon, werd kersvers erelid van NIMA én Register Marketeer Huisman als stand in gevraagd dat eerste exemplaar te overhandigen aan de jongste aanwezige. En dat was Oktay Ertana, blogger op Marketingfacts en eigenaar van Nichefluence. Vijfentwintig zomers jong, maar bovenal een aanstormend marketingprominent.

Een eerste exemplaar mét een persoonlijke boodschap van Kirsten overigens, want waar de jeugd is, is de toekomst. Ook in het marketingvak. Woorden van dank van de redactie aan de schrijvers schoten tekort voor alle auteurs die een hoofdstuk voor hun rekening hadden genomen. Wat restte waren goede verhalen in vervolg op een sneltest. En die ondergaande zon boven het IJ. Je hoeft niet eens van 020 te houden om dat als magisch moment aan te merken en dat was ook precies wat het moment nodig had. Een beetje magie.javascript:void(0)

“Waarom anno 2021 nog een papieren naslagwerk? We leven in digitale tijden! Da’s waar, zeker waar. Maar juist in de snelheid van ons vak, is deze kloeke pil van bijna 400 bladzijden extra van waarde. Normaal heeft redactie van Marketingfacts de handen vol aan het vakblog. Geniet nou maar van één drukwerkje per jaar. Ik daag je uit om deze verhalen echt te gaan lezen. Niet dit boek een plekje in je kast te geven. Hopelijk maak je aantekeningen in jouw jaarboek. Hopelijk pak je het er af en toe nog bij. Dat het leeft en geen stof vergaart.’ Willem Albert Bol in het voorwoord.

Hier kun je ‘m bestellen. De best bestede drie tientjes voor je eigen permanente marketingeducatie. Beloofd. 

Dit artikel is geschreven door door Luuk Ros en verscheen eerder op

7 Gouden Leeuwen met een oranje randje

Oké, zes gouden en één zilveren leeuw in, gewonnen op het reclamefestival van Cannes

Vorig jaar zijn er helaas geen Cannes Lions uitgereikt. Het zal niemand verrassen dat dit kwam door de ons allemaal wel bekende pandemie. Dít jaar wordt het grootste reclamefeest weer wel gehouden, namelijk van 21 tot en met 25 juni. Maar wéér niet in zijn originele vorm, want ook nu hebben we nog steeds met corona te maken. Dat maakt dat de gedachten teruggaan naar Hollands glorie aan de Franse zuidkust. 

Cannes’ is een fenomeen in marcom, want het grootste en meest prestigieuze reclamefeest ter wereld. Vorig jaar zaten de marketingeindbazen van de grote merken, mediabedrijven, productiebedrijven, reclamebureaus enzovoorts allemaal knarsetandend thuis. Dit jaar zal dat niet anders zijn. Alleen worden er dit jaar wél weer leeuwen uitgereikt. Vorig jaar was dat niet het geval. Om het leed wat te verzachten heeft de organisatie in maart en oktober Lions Live geïntroduceerd: een digitaal programma met workshops en presentaties. Daarnaast heeft AdForum in juli 2020 ook nog PHNX in het leven geroepen. Dit om in ieder geval nog te kunnen laten zien welk 2020-werk voor Cannes ingezonden zou worden. De winnaars van die AdForum PHNX Tribute kun je trouwens hier bekijken.

Toch bestaat er natuurlijk teleurstelling dat het evenement ook dit jaar weer niet in een fysieke vorm doorgang kan vinden. Als winnaar kun je de prijs niet op het podium in ontvangst nemen én – last but not least – je kan niet met je leeuwekater door een extreem exclusieve Franse badplaats banjeren.
Op z’n zachtst gezegd mag je dus stellen dat de experience ook dit jaar verbleekt bij de ‘normale’ edities.

Desondanks heeft PHNX in Nederland een alternatief op de planning staan. “Van 8 tot en met 9 juli organiseren we met de brancheorganisaties een Nederlands alternatief. Zo kunnen we toch enigszins het contact dat we anders aan de Cote d’Azur hadden nabootsen. Onder andere door lunches en netwerkborrels met de bureaudirecteuren”, aldus onze vaderlandse miss Cannes-Lions Kyra Roest. Voor meer informatie hierover verwijst zij naar de site van de organisatie.

Dubbelklapper

Van uitstel komt gelukkig geen afstel. Omdat er vorig jaar helemaal geen leeuw is uitgereikt, zal de editie van dit jaar een dubbelklapper worden. Na het uitstel van de awardshow in 2020 zullen de jury’s nu beide jaren gaan beoordelen en de prijzen verdelen.

Cannes Lions is al meer dan 65 jaar het platform waarbij creatieven waardering en erkenning krijgen voor hun werk. Het is de belangrijkste reclameprijs die je kunt winnen, verdeeld over verschillende categorieën als entertainment, health, innovation, impact, reach, etc.

De Nederlandse winnaars

Om alvast in de stemming te komen schoot ik collega van MarketingTribune Peter van Woensel Kooy, al jaren grote volger van de uitreikingen in Cannes, aan om hem te vragen naar de Nederlandse winnaars van de afgelopen (tientallen) jaren.

“In Cannes wint de internationale beeldtaal. Een campagne die hier heel goed scoort en zelfs een Goeden Loeki wint, kan daar juist helemaal niet scoren. Simpelweg omdat de campagne niet in elk land en elke cultuur begrijpelijk is”, geeft Peter aan.

Komen ze: een bloemlezing van vaderlandse winnaars uit de voorbije jaren:

2018 – Het oorlogsverhaal door vlogger Evert

KPN heeft met zijn campagne Evert_45 willen inspelen op ons gevoel van waardering voor de vrijheid waarin we leven. Allereerst is dat natuurlijk al iets wat in elk land herkenbaar is; één van de mogelijke redenen dat KPN en bureau N=5 de gouden award mee mochten nemen uit Cannes.

In de commercial introduceert KPN een jongen die vanuit de Tweede Wereldoorlog zijn persoonlijke verhaal deelt via YouTube en Instagram. Hij vlogt als het ware zijn dagelijkse leven in deze oorlogsperiode. Dit alles gebaseerd op de waargebeurde verhalen van mensen die de oorlog daadwerkelijk hebben meegemaakt.

Met de campagne wilde KPN vooral jongeren bereiken. Evert_45 was een uitgebreid opgezette campagne die crossmediaal naar buiten werd gebracht. Bijvoorbeeld met doorlopende series op Instagram, YouTube en de speciaal hiervoor gemaakte website. Al die verhalen zijn dus verre van verzonnen. De storyline is samengesteld uit talloze interviews die zijn gehouden met veteranen die destijds dienden, historici en docenten. Peter van Woensel Kooy over deze campagne: “Technisch goed bedacht en helemaal van nu.”

Lees dit atikel verder op

B2B Marketeers met IMPACT: Frans Riemersma

“Activeer Persona’s. Valideer alles wat er wordt beweerd in de stoffige Persona A4-tjes.”

B2B-marketeers willen impact maken. Frans Riemersma is gespecialiseerd in Marketing Automation. Hij stelt dat je vereisten eruit moeten zien als een hamer of schroevendraaier, niet als een Zwitsers zakmes.

In aanloop naar het tweede NIMA-B2B Marketing Event dat eind juni zal plaatvinden kijken de B2B-marketeers van NIMA terug op de presentaties van de vorige editie, die plaatsvond in het najaar van 2020. In deze blog zetten we de spotlight op Frans Riemersma, oprichter van MartechTribe en specialist op het snijvlak van marketing en technologie.

Frans sprak op het B2B marketing Event 2020 over Marketing Automation. In aanvulling op zijn presentatie (onderstaand in de video) stelden we hem onlangs de volgende drie vragen:

1. Wat zou je adviseren aan marketeers die willen starten met Marketing Automation?

“Weet heel goed wat je wilt. Je vereisten moeten er als een hamer of schroevendraaier uitzien, niet als een Zwitsers zakmes. Heb je geen idee wat je vereisten zouden moeten zijn? Twee dingen: configureerbaarheid en personalisatie. Het eerste is belangrijk voor het gebruiksgemak en snelheid van uitrollen, naar users toe. De tweede moet aansluiten op de communicatiebehoefte van je klant, naar klanten toe. Personalisatie is geen doel op zich.”

2. Wat is de grootste valkuil bij het gebruik van Marketingtechnologie?

“Geen keuze maken en met een aanvraag naar software-vendors gaan die iets bieden dat op een Zwitser zakmes lijkt. Een dergelijke specificatie mag niet meer dan 75 tot 100 items bevatten en moet gewogen zijn binnen de organisatie op must haves en nice to haves. De interne gesprekken en het daarmee gepaard gaande onderlinge begrip is niet alleen waardevol, maar ook noodzakelijk voor een succesvolle selectie en uitrol.”

3. Welke gouden -algemene- B2B Marketing tip zou je willen meegeven aan B2B marketeers?

“Activeer Persona’s. Valideer alles wat er wordt beweerd in de stoffige Persona-A4tjes. Kijk welke drie tot vijf triggers – kanalen, content en engagement/events – werkelijk verschil maken. Maak een rondje langs de velden: afdelingen als sales, digital marketing, trade marketing, customer succes en support. Vraag wat zij weten of welke date ze hebben over de klant. En geef terug wat je -als organisatie- wel en niet weet. Het legt bloot waar de gaten liggen en wat er allemaal al wel bekend is. En niet in de laatste plaats vergroot dat het begrip en aanzien van marketing enorm. Echt een no brainer.”

Wil je ook Impact maken als B2B marketeer? Leer direct van collega’s uit de praktijk tijdens IMPACT!, het tweede virtuele B2B Marketing Event van NIMA. Een interactief evenement vol objectieve en ongezouten cases van Nederlandse marketeers en een keynote van Mark Ritson. Datum: 29 juni 2021. Klik hier om je aan te melden of voor meer informatie.

NIMA Community B2B Marketing
Business-to-business marketing (B2B) omvat andere marketingprocessen dan business-to-consumer marketing (B2C). De interesse voor B2B groeit onder NIMA-leden. Daarom werd in 2009 de community NIMA B2B gelanceerd. Het platform verenigd ruim tien jaar B2B-marketingprofessionals binnen de branche om zo voortdurend te blijven ontwikkelen in samenwerking met haar actieve leden binnen de community. Een platform voor marketingprofessionals die werkzaam zijn bij een organisatie en/of diensten levert aan zakelijke doelgroepen. Deze groep is voortdurend aan het zoeken naar de optimalisering van B2B-marketing. Door kennis en ideeën uit te wisselen ontstaan weer nieuwe inspirerende bijeenkomsten en andere vormen van kennisdeling.

Dit artikel staat op

7 Contentmarketing-doelstellingen die elk bedrijf heeft

Een contentmarketing-strategie is iets anders dan het inzetten van content om je bedrijf relevant te maken en ‘op de kaart te zetten’. Er zijn vaak heel concrete doelstellingen te verbinden aan contentmarketing, die bovendien voor vrijwel ieder bedrijf hetzelfde zijn. Dat lijstje kan helpen bij het afvinken van resultaten die je voor ogen hebt of die je misschien nog helemaal niet had bedacht. Zo wordt content als service steeds vaker ingezet als strategie voor een betere klantbeleving en telt de beeldvorming bij schaars talent ook als een haalbaar en schaalbaar doel voor een contentmarketeer.

Naast doelstellingen die direct gerelateerd zijn aan de customer journey, zijn er ook specifieke of subdoelstellingen waarin content een rol speelt. Ik noem ze subdoelstellingen, omdat deze niet direct gerelateerd zijn aan een van de doelstellingen genoemd in de customer journey. Ze vormen een onderdeel van een groter geheel van activiteiten. Er zijn zeven doelstellingen die vrijwel elke organisatie in meer of mindere mate nastreeft.

Lees het gehele artikel op