Alle p’s, behalve die van palmolie

Op een congres over innovatie in retailmarketing kan een stevige case over een uitgesproken duurzamer merk niet ontbreken, uiteraard. Verduurzaming van ons eet- en consumptiepatroon hangt voor een belangrijk deel samen met de bereikbaarheid en beschikbaarheid van lekker, gezond, betaalbaar én duurzaam op de plek waar het moet gebeuren: in de schappen van winkels.

In een ware veldslag van soms tegengestelde belangen en hoog oplopende maatschappelijke discussie is het bijzonder als producten en merken langzaam een vaste positie veroveren in de mainstream van ons boodschappenmandje.

Een typering als ‘oud-reclameman’ doet ‘m tekort, maar veel mensen zullen hem toch kennen als oprichter van Bureau Alfred: Marcel van Wing van The Flower Farm is marketeer, ondernemer, uitvinder en activist tegelijk. Op 15 oktober spreekt hij op NIMA Marketing Now: Het Grote Retailmarketing Congres.

Met zijn bedrijf wil hij het palmolievrije alternatief bieden voor margarine, chocopasta, pindakaas en zo de ontbossing van het regenwoud tegengaan. Met het nodige succes overigens, maar ook met het idee dat deze druppel op een gloeiende plaat de oerbossen niet gaan redden. En toch kun je – en wil je – ook niet níets doen, want je moet érgens beginnen, zo meent hij.

Onderwerp van je presentatie is: ‘Het misdrijf binnen de retail’. Dat is klare taal. We vragen ons af of je een heel boos, een heel ondernemend of een heel marketingverhaal gaat vertellen op het retailcongres…

‘Eigenlijk in de volgorde van waarin je het vraagt… van heel boos – mijn motivatie – naar ondernemend – want een stevig project – naar marketing, want dat heb je wel nodig, de logica althans. Het is de wereld waarin we opereren dus dan moeten we mee.’

Jullie kozen heel bewust voor een wat activistisch merk: Gericht op consumenten die een product willen zónder iets en niet zozeer mét, bijvoorbeeld meer smaak. Dat is wel een typische ‘marketingafslag’. Waarom op deze manier?

‘Het had net zo goed iets kunnen zijn “met” maar onze missie is dat we palmoliegebruik willen beperken door een product te maken zonder palmolie maar met een alternatief, waarvoor gegarandeerd niet wordt ontbost. Als dit de missie is dan is het automatisch een “zonder- propositie”. Zoals je ook destijds suikervrij of recenter alcoholvrij of slavenarbeidvrij… het voorkomt een probleem en je helpt het oplossen. Ik zeg wel eens “door een hele kleine verandering draag je bij aan het terugdringen een heel groot probleem: ontbossing van de regenwouden.’

Hebben jullie along the way veel bestaande ESG-succesmerken als Tony’s, de Vegetarische Slager en Kipster bestudeerd of zijn jullie echt een eigen pad ingeslagen?

‘Tony’s was en is soms nog steeds wel een voorbeeld geweest. Het focussen op de oplossing, een positieve toon, een hippie-achtige identiteit zijn zeker geïnspireerd op delen van Tony’s. En wat ze allemaal gemeen hebben is dat we ons allemaal richten op een onrecht van een grote industrie en daarmee allemaal de lobby van die categorieën tegen ons krijgen…’

Wat jij samen met je compagnon Erik Bras voor elkaar hebt gekregen: een productlijn en merk ontwikkelen en uiteindelijk succesvol op de schappen van de Appie krijgen, vergde een enorme inspanning. Er zijn meer ondernemers die dat willen met duurzame of eerlijker alternatieven, maar het gaat echt zelden goed. Wat was het meest moeilijk in de afgelopen jaren?

‘Niet alleen Appie. De uitdaging was juist om zo groot mogelijk te introduceren. Daarvoor moet je groot durven denken en zoveel mogelijk on par zijn met de marktleider in de categorie, in dit geval margarine. Dus alle p’s behalve die van palmolie gelijk maken aan de referentiemerken. Dat klinkt eenvoudig maar dat is het niet.’ 

Je hebt een behoorlijke track record in marketing, meer specifiek in reclame. We kunnen ons iets voorstellen bij het vóórdeel dat dat oplevert bij de introductie van een nieuw merk, maar je hebt wel ineens een totaal andere positie. Zie die dozen maar in de winkels te krijgen. Ben je anders naar retailers gaan kijken?

‘Ik ben zeker anders naar retailers gaan kijken. In de dertig jaar dat ik in  de reclame werkte, waarvan heel veel in FMCG-categorieën, ben ik nog nooit met salesteams op pad geweest. Retail category-management is een essentiële schakel in het succes van je merk. Je kunt je suf adverteren maar zonder de sympathie van de retailer ben je nergens. Overigens is het andersom net zo waar… Die balans heb ik leren begrijpen.’

Duurzame succesmerken zijn lastig langdurig te succesvol te houden zonder een overname door een ‘grote broer met aandeelhouders’, zoals bij The Body Shop of door intensieve samenwerking met de retailer zélf zoals bij Kipster en Lidl. In die zin is het spannend wat er op lange termijn – zeg tien jaar – met Flower Farm staat te gebeuren. Waar hoop je op?

‘Ik denk dat we nog veel kunnen groeien zonder de strategische of financiële hulp van een overname. Zolang de regenwouden nog worden afgebrand voor de ontwikkeling van palmolieplantages is het belang van onze boodschap onverminderd groot. Natuurlijk hebben we te maken met een lobby die de relevantie van het ontbossingsprobleem proberen te relativeren. Dat kan voor ons een gevaar zijn. Ook ons succes dat andere merken meegaan in palmolievrij kan onze groei remmen. Maar dat zou natuurlijk geweldig zijn. Want onze missie is juist om een systeemverandering op gang te brengen naar een wereld waarin we minder afhankelijk zijn van palmolie. En dat is dan ook mijn hoop. Ik hoop dat we over tien jaar opereren in een wereld waarin de verslaving aan palmolie heeft plaatsgemaakt voor een diversiteit aan alternatieven waarvan wij nog steeds een van de roeptoeters zijn om het proces naar alternatieven te promoten. En zo de regenwouden die er nog zijn te beschermen tegen de oprukkende ontbossing voor palmolie.’

Ben jij erbij?
Het Grote Retailmarketing Congres richt zich niet alleen tot retailmarketeers en hun marketingdienstverleners, maar tot alle marketeers en ondernemers die iets verkopen aan iemand en zich afvragen via welke afzetkanalen en marketingconcepten dat de meeste kans van slagen heeft. Bezoek je dit congres? Dan leer je onder andere over winkelformules die veranderen en nieuwe manieren waarop er met klanten wordt omgegaan. Dat is in essentie waar marketing om draait en daarmee voor elke marketeer of ondernemer interessant.

Wil jij erbij zijn? Bestel je ticket! Het congres vindt plaats op dinsdag 15 oktober van 13.00 tot 18.00 uur en is toegankelijk voor NIMA-leden en niet-leden.  Vanwege de bijzondere locatie in Amsterdam, (WWP), is het aantal beschikbare tickets niet onbeperkt.

Oma is de soep op de taart van NIMA Retailmarketingcongres

Het grote retailmarketingcongres dat op 15 oktober plaatsvindt in Amsterdam heeft z’n line-up rond met één van de meest opmerkelijke en innovatieve retailmarketingcases van afgelopen jaren in Nederland: Oma’s Soep maakt soepen, maaltijden en groentespreads en wist zich binnen een aantal jaar op de schappen te krijgen van de grote supermarkten. Maar eigenlijk is het commercieel retailsucces van de soepfabriek een uit de hand gelopen bijvangst van een programma om eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan, maar achter de hoge aaibaarheidsfactor van het bedrijf schuilt wel degelijk een prachtig doordacht commercieel succesverhaal.

Het NIMA Retailmarketingcongres vindt plaats bij WPP Amsterdam en is toegankelijk voor NIMA-leden en niet-leden. Dagvoorzitter is Roos Simons. Klik hier voor het volledige programma of om aan te melden.

‘Creativiteit kun je – denk ik – niet leren, dus we doen dit op gevoel’, sprak mede-oprichter Martijn Canters nog in mei van dit jaar in aanloop naar de NIMA Marketing Day. Het bedrijf combineert een zeer serieuze missie met een hoop lol: ‘We benaderen het probleem van eenzaamheid meestal op een positieve en luchtige manier in onze marketing met zoveel mogelijk humor. Dat vinden wij zelf leuk en dat vinden de ouderen ook mooi, dus dan is iedereen blij.’ Het leverde Oma’s Soep een top-3-notering op bij de NIMA Marketing Jaarprijzen. De presentatie die volgde op de NIMA Marketing Day 24 liet geen mens in de uitpuilende zaal onberoerd vanwege de uitzonderlijke originaliteit, het prachtige streven én het commercieel succes. Tijdens de presentatie op het NIMA Marketing Now retailcongres over innovatie in retailmarketing komen uiteraard hoogte- en dieptepunten voorbij en wordt ook stilgestaan bij de meest recente activiteiten: Binnenkort heeft Oma’s Soep nieuwe producten in de supermarkten staan met maaltijdsoepen bij Albert Heijn en het bedrijf organiseert een Oma’s Festival in de Week tegen Eenzaamheid.  

‘Mooie initiatieven en verhalen, die goed resoneren. Oma’s soep is een mooi voorbeeld van een impactgedreven organisatie’, schreef de vakjury deze zomer in zijn rapport. Elke kom soep dient een dubbel doel: het stillen van honger en het tegengaan van eenzaamheid onder ouderen, door het bieden van gezelschap en doelgerichte activiteiten aan ouderen die anders geïsoleerd zouden kunnen raken. ‘Oma’s soep zet zijn communicatie op verschillende wijze in: soep verkopen ze door ‘het verhaal achter het recept’ te vertellen en zo een diepere laag toe te voegen aan elk product. Op sociale media en via PR laat Oma’s Soep zien hoe de activiteiten die ze organiseren de levens van vele ouderen verrijken.’

Beeldcredit: Oma’s Soep

Marketing in Retail; de moeder aller marketing

Hét Nederlands Instituut voor Marketing is in 1966 opgericht en daarmee één van de oudjes onder de nog bestaande beroepsverenigingen van Nederland. Op zich geen bijzondere tijd, want in die periode – zo eind jaren zestig – dook dat woord ‘marketing’ voor het eerst op in de Nederlandse taal en de eerste echt grote reclamebureaus wisten daar wel raad mee: die noemden zich heel hip ook graag ‘marketingbureau’, om later toch maar weer de ‘reclame’-P te blijven gebruiken.

Het idee om alle losse eindjes van het commercieel proces in een mix te gieten en dáár een samenhangend plan van te maken stamt ongeveer uit die wilde jaren. Opvallend bij het terugbladeren in de oprichtingsverklaring van NIMA vallen twee dingen direct op: de vereniging is nadrukkelijk opgericht door écht vooraanstaande Nederlandse wetenschappers, bureaus en corporates. Ook bureaus en bedrijven die nu nog bestaan als Philips, Unilever en Albert Heijn, JWT en FHV.

En retailmarketing was de daarbij the name of the game. Ruim meer dan de helft van de oprichters had vooral ‘winkels’ en ‘winkelpubliek’ (en natuurlijk de reclame daarvoor) in hun achterhoofd bij het begrip marketing, zo lijkt. En daar was ook wel reden toe, want na een aantal decennia waarin kranten en out of home toch de meest gebruikte reclamemedia waren, kwam daar vanaf 2 januari 1967 hét Sterblok bij. Televisiereclame richtte zich in de eerste maanden nog vooral tot de typische televisiebezitter in die dagen (belezen, modern en welvarend – de tv was immers niet goedkoop), de mainstream liet niet lang op zich wachten. Begin jaren zeventig vlogen de wasmiddelen- bier- margarine- en koffiereclames massaal de vaderlandse huishoudens in, gericht op de huisvrouw met de knip en de huisman met dorst.

De oorsprong van Marketing?
Marketingonderzoeker en auteur Ronald Voorn heeft ooit een poging ondernomen de oorsprong van marketing te beschrijven in het NIMA Marketingfacts Jaarboek van 2019-2020. Die ontstond ongeveer 2500 voor Christus in retail, meer specifiek op markten in Mesopotamië, zo luidt een theorie. Gevulde graanpotten werden van kleizegels voorzien om de producent – de boer – kenbaar te maken voor kopers. Elke akkerbouwer gebruikte een eigen zegel: een soort tag of merk in de vorm van een ‘logo’. De verkrijgbaarheid, kwaliteit en ‘het imago’ bepaalde de vraag. Volgens kleitabletten met spijkerschrift was puur zilver daarbij het eerste gestandaardiseerde betaalmiddel.

Op 15 oktober organiseert NIMA een retailmarketingcongres (kom daarheen!), met name omdat er eigenlijk relatief weinig retailmarketingcongressen bestaan en retail tegelijk de uithoek van marketing is waar iederéén van kan leren. In het vak en daarbuiten. Retailmarketing is enorm snel, is uiterst competitief, zoals de column van Robin Wollenberg op deze site ook nog benadrukte, en bovenal heel innovatief. En misschien omdat marketing er zo zichtbaar is, houden veel marketingprofessionals van retailmarketing. Je bent zelf immers consument, wanneer je voor een schap staat te dralen en moet kiezen tussen chipssoorten, koffiemerken, shampooflessen, verstelzaagbakken of potplanten. En je ziet jezelf een keuze maken.

Het is misschien de enige vorm van marketing waar je naar blijft kijken als je helemaal afgekoppeld op vakantie bent. In een Franse hypermarché – een tempel van vermaak voor wie genoeg tijd heeft – zoek je vergeefs naar pindakaas of vla, maar blijken bouillionblokjes te komen in 150 smaken. Bij Sainsbury’s in het UK kun je voorgesneden sandwiches kopen met ‘garnaal en bloody mary-smaak’. In de VS heb je een muur gekoelde IPA-bieren (mayonaise gaat er per liter en pindakaas per kilo). Om over de supermarkt in Zuidoost-Azië nog maar te zwijgen. Een retailsafari over de grens is soms een hallucinante ervaring.

Marketing in retail is marketing in z’n puurste vorm. ‘Klantgericht ondernemen’ is er the name of the game. Je kunt honderd uur boven een spreadsheet met klantgedrag hangen, je kunt ook tien minuten posten bij een groenteafdeling om te zien wie met boodschappenbriefjes loopt, wie achter de aanbiedingen aanloopt, wie er een dagelijks uitje heeft en wie er binnen twee minuten buiten wil staan (hoi selfscankassa). Of een bouwmarkt op zaterdag, een fast fashion retailer op donderdag, de Bijenkorf met kerst; alle P’s van marketingmix liggen voor je voeten en alles gaat snél, heel snel. Aan de lunch weet je of je actie van diezelfde morgen aanslaat en/of je moet bijsturen. Tegen de avond wordt er nog gedraaid aan knoppen en als het echt tegen zit rollen de volgende ochtend koppen. Da’s Retailmarketing. Ruig en verslavend lekker. De moeder aller marketing.

Beeldcredit: Beeldbank Albert Heijn BV

(Blogpost) ‘Ja hallo Jumbo?!?!’

“Ja hallo Jumbo…” dat was wel zo’n beetje mijn eerste reactie op de LinkedIn post van Jumbo CEO Ton van Veen. Maar ja, besluit je dan direct onder de post je eerste reactie te geven, laat je het lopen of neem je de tijd om je reactie in een blog-post te vatten. Ik kies voor het laatste en neem je graag mee in mijn gedachtewereld bij deze post en campagne, want in mijn hoofd gaat het hier op drie vlakken mis.

Deze column is geschreven door Robin Wollenberg, de Man van de Zaak. Hij is of werkzaam als strateeg, marketing- & communicatiemanager/adviseur, social media manager of projectleider. Ook geeft hij inspiratiesessies of keynotes over digitalisering, digitale transformatie, ‘Employee Advocacy’ en social media. Columns en gast-postings op Nima.nl vertegenwoordigen de mening van de betrokken marketeer.

Allereerst weet ik natuurlijk maar al te goed, dat het in de retailwereld niet heel ongewoon is om je concurrent de maat te nemen. Niet alleen vliegen de aanbiedingen je om de oren, ook boodschappen vergelijkingen van bijvoorbeeld de Consumentenbond vindt gretig aftrek. Alles om te laten zien dat je de goedkoopste bent.

Het is alleen niet echt chique om je rechtstreeks op een concullega te richten. De P van ‘Prijs’ is slechts één van de instrumenten in je marketingpalet. Door juist die, en alleen die, te benadrukken laat je zien dat je op de andere P’s niets of te weinig te bieden hebt. In de wetenschap dat Albert Heijn ook niet te boek staat als goedkoopste benadruk je eigenlijk dat je dit zelf ook niet bent. Anders had je je wel vergeleken met een supermarkt die wél als goedkoop te boek staat.

Uitpersen

In zijn post noemt Ton van Veen heel fijntjes dat dit het resultaat is van de recente onderhandelingen met ‘zijn’ leveranciers. En wie de wereld van de supermarkten een beetje kent, weet dat de onderhandelingen daar op het scherpst van de snede en letterlijk tot op de cent worden uitgevochten. De macht ligt volledig bij de supermarkt. Soms zelfs met het gevolg dat een product tijdelijk uit de schappen verdwijnt. Veelal veroorzaakt doordat de producent de laatste paar cent niet kan toegeven. Die paar cent kan het verschil maken tussen winst of verlies. De macht van de supers is hoog. Niet in het vak liggen bij Albert Heijn, Jumbo of een andere retailer levert grote omzetverliezen op.
Jumbo heeft haar leveranciers nu dus tot op het bot uitgeknepen, lijkt mij. In een wereld waar de hele keten van dat ene product moet leven, moet je ook iedere producent een beetje winst gunnen. Winst die nodig is om te kunnen overleven, om te kunnen investeren, om te verduurzamen en ook om de aandeelhouders tevreden te houden. Als één schakel in de keten structureel verlies maakt, breekt de ketting. Alleen op prijs ga je het niet winnen. Er komt een moment dat de bodem echt de bodem is.

Suiker-taks galore

Ik weet niet of je deze campagne van Jumbo ook op groot formaat in de winkels, abri’s en ander plekken gaat terugvinden, de afbeelding op LinkedIn was redelijk klein. Het totale prijsverschil van € 5,- (ongeveer 10%) is duidelijk zichtbaar, maar de inhoud van het lijstje is nauwelijks leesbaar. Als je de afbeelding beter bekijkt, zie dat de inhoud hier alleen maar dranken bevat, en niet zelden met een hoog suikergehalte. Ja hallo Jumbo, dat is mijn wekelijkse boodschappenlijstje niet! En dat niet alleen, als je als supermarkt je echt wilt onderscheiden dan concurreer je toch niet alleen op frisdrank. Dan probeer je mensen te verleiden tot de gezondere keuze en hen niet richting obesitas te duwen. Want op een paar uitzonderingen na is deze lijst toch echt goed voor een enkele reis diabetes.
Waar zijn de dagelijkse boodschappen? Waar zijn de gezonde opties? Waar zijn de duurzame opties? Zo’n enorme gemiste kans! Of is dit het resultaat van onderhandelingen met leveranciers die niet gebaat zijn bij ziektepreventie en zo een poging doen om onze verslaving overeind te houden.

Te dure boodschappen

En nu hoor ik je al zeggen; “ja maar de boodschappen zijn enorm duur geworden door inflatie! Eindelijk een super die deze veel verdienende uitbuiters als Coca Cola durft aan te pakken!”. Ik hoor je en ik snap je. Verschillende producten zijn hier duurder dan in de ons omringende landen. Picnic bewijst dat, door producten uit Duitsland te halen. Maar de werkelijke oorzaak ligt ook bij onszelf. We zijn zo verslaafd aan 1+1 gratis, hoge kortingen en aanbiedingen, dat veel producenten de basisprijs kunstmatig hoger houden. Ook wel logisch, want wij kopen die producten niet buiten de aanbiedingen om. Enerzijds door de wat te hoge prijs natuurlijk, maar nog vaker omdat het niet in de aanbieding is. Ons ben zuunig hè! Een lagere basisprijs is alleen een optie, als we minder aanbiedingen en minder hoge kortingen zouden accepteren. En de hoge winst van sommige leveranciers is niet alleen het gevolg van een goede marketing, waardoor zij hogere prijzen kunnen vragen. Het is ook vaak het gevolg van een kleine marge, maar wel een heel hoog volume. Dus een nog 2 cent lagere prijs voor een fles Cola, doet in het schap niet veel. Maar als je er 10 miljoen per jaar verkoopt, heb je wel € 200.000 winst te pakken.

Meer over Retailmarketing? Het NIMA Marketing Now Grote Retailmarketing Congres vindt plaats op dinsdag 15 oktober van 13.00 tot 18.00 uur en is toegankelijk voor NIMA-leden en niet-leden. 

Hallo Jumbo!

Dus Jumbo, pak de handschoen op en toon echt lef. Maak ditzelfde vergelijk ook op de dagelijkse boodschappen. Neem het dan ook op tegen bijvoorbeeld Lidl en Aldi. Neem je verantwoordelijkheid en biedt een vergelijk met de gezondere opties. Laat zien dat je ziektepreventie en duurzaamheid serieus neemt.
Speel ook met de andere P’s van je marketingpalet en niet alleen met de prijs. Er zijn meer overwegingen, die bepalen waar je je boodschappen doet of wie je laat bezorgen. Service, dienstverlening, uitstraling, voldoende én vriendelijk personeel is de consument ook wat waard. Niet iedere consument wellicht, maar mij in ieder geval wel.

Beeldcredit visual: Jumbo Beeldbank

#NMDay24 Update: ‘Ties Robben en Paul Bakker van Jean Bâton’

De 8e editie van Nima Marketing Day vindt plaats op donderdag 13 juni 2024 in De Fabrique in Utrecht. Tijdens NMD geven maar liefst 70 marketingcollega’s inspirerende en interactieve presentaties verdeeld over tien zalen. We starten en eindigen de dag met smaakmakende plenaire sessies. Bovendien maken we de winnaars van de Nima Marketingprijzen bekend. Check nimamarketingday.nl voor updates. Dit interview is geschreven door Nanny Kuilboer.

Ties Robben is Food Designer en werkzaam bij Enrico Roots in Good Food, waar hij verantwoordelijk is voor de productontwikkeling en marketing van Jean Bâton. Hij is al sinds het prille begin in 2012 betrokken bij het mayonaisemerk. Samen met Paul Bakker, Co-founder & Creative Director creative agency Howdy, verzorgt hij een van de sessies tijdens Nima Marketing Day. Een korte kennismaking.

Wat is jouw persoonlijke motivatie om te spreken tijdens Nima Marketing Day?
Ties: ‘We hebben de uitnodiging ontvangen om te spreken over Jean Bâton. Ik ben vanaf het begin betrokken en uiteraard heel trots op wat we bereikt hebben en daar vertel ik graag over.’
Paul: ‘Het merk Jean Bâton is een mooi voorbeeld van een goede samenwerking tussen opdrachtgever en bureau.’

Wat vind je het goede aan een samenkomst als NMD?
Ties: ‘Samen met vakgenoten ervaringen uitwisselen en daarmee nieuwe inzichten opdoen en dat in een leuke setting. Wie wordt daar nu niet blij van?’
Paul: ‘Naast de inspiratie die je op kunt doen, is het een goede plek om mensen te ontmoeten die zich met dezelfde dingen bezig houden.’

Wat hoop je dat bezoekers van jouw sessie meenemen naar huis?
Ties: ‘Dat ze zien hoe je als klein merk kunt uitgroeien tot een vaste waarde op het schap en je marketingbudget kunt laten groeien met de groei van het merk. Maar ook de uitdagingen die dit oplevert.’
Paul: ‘Inspiratie over wat er speelt in het vak en nieuw interessante contacten.’

In welke sector ben je actief en wat vind je daar leuk aan?
Ties: ‘Ik ben werkzaam als Food Designer in een sector die zich richt op het creëren van nieuwe voedselproducten, maar ook hoe deze in de markt te zetten. Wat ik hier leuk aan vind, is de combinatie van het ontwikkelen in de keuken, opschalen in productie, maar daarnaast zorgen dat de hele marketingmix klopt. Het mooist is natuurlijk om je producten op het schap van de supermarkt te zien.’
Paul: ‘Communicatie en branding. Het is te gek om samen met de merken waar wij voor werken, creatief werk te kunnen maken.’

Wat is je persoonlijke drijfveer?
Ties: ‘Heel Nederland steeds lekkerder laten eten, zonder exclusief te zijn.’
Paul: ‘De wereld een stukje leuker maken.’

Kun je een tipje van de sluier lichten met betrekking tot jullie presentatie?
Ties: ‘De titel van onze sessie luidt: Jean Bâton: van concept tot extraordinaire. We delen de reis van Jean Bâton van idee tot supermarktschap. Hoe het merk uitgroeide tot een love brand via social ondersteund door een beperkt budget, maar ook de problemen onderweg.’

Inflatiespook? Leer over de P van prijs!

Voor marketingprofessionals lijkt dit lijkt het perfecte moment om de demonen onder ogen te zien

Veel consumenten heroverwegen wat ‘waarde’ voor hen betekent in tijden van crisis. De combinatie van stijgende distributie- en grondstofkosten betekent dat de minst bekende of misschien ook minst geliefde van de vier marketing-P’s, prijsstelling, komend jaar waarschijnlijk vaker en steviger op de agenda zal staan. De Britse FMCG-marketingsenior Andrew Geoghegan wijst erop dat marketeers geneigd zijn juist te duiken als het over prijsstrategie gaat. Terwijl strategische prijsstelling en waardeperceptie een doorslaggevende rol spelen bij commerciëel succes.

Het mag een ‘klassieke‘ marketing-P zijn, prijs is geen onomstreden powertool in de gereedschapskist van een marketeer. In veel gevallen gaat de marketingafdeling -manager of -directeur helemaal niet over de prijsstrategie, met alle gevolgen van dien. In een interview met prijsgoeroe Tijs Rotmans – schrijver van het hoofdstuk over pricing in het laatste Marketingfacts Jaarboek – stelde hij dat je als marketeer beter een baan kunt afwijzen als je pricing niet naar je toe mag trekken: ‘Als je de CFO en CEO dáárvan niet kan overtuigen, vrees ik dat je nog wel meer ingrepen moet doen.’ (lees ook Pricing, de meest duistere P van alle P’s)

Bij de marketingdenkers alom bekend: Prijs is eerst en vooral psychologie en geen wiskunde, maar dat gevecht ga je als marketeer zeker verliezen als je spreadsheet-econs in je bedrijf praat. En in veel gevallen zal dat tóch het geval zijn, dus het drammen over irrationele beweegredenen onder consumenten heeft dan geen zin. Tenzij je huiswerk verricht. 

Dit artikell is gescreven door en verscheen eerder op

7 e-commerce-tips voor de komende feestdagen

De feestdagen zijn lange tijd een relatief voorspelbare periode geweest. Consumenten gingen stevig shoppen en er was – afgezien van wat jaarlijkse omzetgroei – verder niet echt sprake van verandering. Maar toen kwam de pandemie om de hoek kijken. De laatste maanden van 2020 werden gekenmerkt door grote economische onzekerheid en wisselende ervaringen wat betreft fysieke winkelaankopen (vanwege lokale beperkingen en persoonlijke voorzorgsmaatregelen). Helaas belooft dit jaar net zo onzeker te worden. Blijft de verschuiving naar online shoppen voortzetten nu fysieke winkels weer open zijn tijdens de feestdagen?

In deze post beschrijf ik zeven manieren om je voor te bereiden op de feestdagen van 2021. Daarnaast deel ik tips en voorspellingen van marktleiders en klanten over hun voorbereiding op een wederom atypisch najaar. Komen ze:

1. Bereid je voor op toenemende e-commerce en hybride detailhandel

De massale zelfisolatie van vorig jaar heeft ingrijpend veranderd hoe consumenten onderzoek en aankopen doen. Bedrijven moesten zich daarbij schikken naar nieuwe consumententrends en communicatiekanalen. Vorig jaar bereikte de e-commerce-verkoop zelfs het hoogste groeipercentage in de afgelopen 13 jaar. Nu de meeste beperkingen zijn opgeheven, verwachten we dat sommige klanten dit jaar weer meer fysieke aankopen zullen doen. Uit een onderzoek bleek echter dat 38% van de consumenten nog steeds van plan is hun kerst- en sinterklaasinkopen online te doen, en alleen naar winkels gaat die geweldige klantervaring bieden.

Dit artikel is geschreven door Chris van Dongen en verscheen eerder op

Hoe voorkom je dat consumenten duurzaam vooral onnodig duur vinden?

Energiezuinige LED-lampen, waterbesparende douchekoppen en elektrische auto’s: het aanbod duurzame alternatieven groeit snel. Onderzoek wijst uit dat veel consumenten onbewust denken dat die duurzaamheid ten koste gaat van prestaties. Een serie nieuwe experimenten door experts in consumentengedrag laat zien wat er nodig is om die associatie te voorkomen. En duurzame alternatieven als een volwaardig alternatief te presenteren.

Misschien wel het belangrijkste onderdeel van marketing: het begrijpen van markten (dus mensen), maar niet iets waar we in de dagelijkse operatie vaak bij stilstaan. Consumentenpsychologie. Daarom deze blogserie van consumentenpsycholoog Patrick Wessels! De bijdragen verschenen eerder op Consumentenpsycholoog

Wil je voorkomen dat consumenten de duurzame alternatieven zien als vooral onnodig duur? Presenteer het bedrijf erachter als een voorvechter van meer duurzaamheid (en niet het product zelf). Bij consumenten die waarde hechten aan duurzaamheid ontstaat er dan een Halo-effect. Dit komt voort uit de onbewuste aanname dat bedrijven die er alles aan doen om duurzamer te produceren waarschijnlijk ook meer aandacht besteden aan prestaties en kwaliteit.

Duurzaam of daadkrachtig

Het nieuwe inzicht voorkomt dat bedrijven moeten kiezen tussen duurzaamheid of daadkracht. Consumenten gaan er bij gerecyclede producten bijvoorbeeld vanuit dat die functioneel tekortkomen. Bovendien verwachten consumenten dat ze van ‘groene’ (schoonmaak-) alternatieven meer moeten gebruiken om hetzelfde resultaat te bereiken.

Het komt voort uit de zero-sum heuristic. Consumenten gaan er onbewust vanuit dat een product excelleert in sommige aspecten, maar daarvoor moet inleveren op andere eigenschappen. Dus, is het dan beter om producten als minder duurzaam te presenteren? Dat gaat misschien ver, maar de communicatiestijl kan wel anders.

Dit artikel is geschreven door en verscheen eerder op

(Verslag) Kleurrijke ex-Red Bull CMO over zijn helletocht naar een plek op het schap

De voormalige CMO Red Bull UK en Nederland – Huib van Bockel – bedacht inmiddels vijf jaar geleden een niche in een niche door een energiedrankje in de markt te zetten met uitsluitend natuurlijke ingrediënten en een berg minder suiker: Tenzing. Vernoemd naar de Sherpa Tenzing Norgay die als eerste aardbewoner de top van de Mount Everest bereikte (en die eer liet aan zijn broodheer Sir Edmund Hillary) en volgens Van Bockel het eerste ‘plantaardig alternatief voor een energy drink’. De hele familie van Tenzing heeft een rol bij dat drankje en hij doet het inmiddels goed in het Verenigd Koninkrijk, waar Van Bockel ook jaren woonde. Maar het bloed, zweet en de tranen die daartoe moesten worden vergoten spraken boekdelen. Een marketeer op ondernemerspad.

Lees dit verslag van de PIM Meeting van 26 oktober op