ROC van Amsterdam en Flevoland gaat samenwerking aan met NIMA


Amsterdam, 16 juli 2018 – Het ROC van Amsterdam en Flevoland (ROCvA) is een samenwerking aangegaan met NIMA, de beroepsvereniging voor professionals in marketing, communicatie en sales. Doel van de samenwerking is het digitaliseren van onderwijs en het inbedden van online marketing binnen het regulier onderwijs. ROCvA gaat examens afnemen in Basiskennis Marketing en NIMA A Marketing; twee niveaus bij verschillende studiejaren.

Daarnaast werkt ROCvA nauw samen met NIMA aan het ontwikkelen van een mbo-keuzedeel Online Marketing, een keuzedeel van 480 uur. NIMA biedt momenteel al twee mbo-keuzedelen aan, Basiskennis Marketing (240 uur) en Marketing (480 uur). Zowel NIMA als ROCvA zijn partners van het initiatief House of Digital, waar gewerkt wordt aan het nieuwe keuzedeel Online Marketing en aan het digitaliseren van het onderwijs.

De samenwerking houdt ook in dat ROCvA wordt erkend als NIMA Education Partner voor de opleiding Medewerker Marketing en Communicatie Niveau 4. NIMA accrediteert het ROCvA om samen veilig te stellen dat studenten worden opgeleid volgens de NIMA-standaarden op basis van het curriculum, literatuur en profiel van de docenten. De erkende mbo-opleiding mag het NIMA-logo gebruiken ter promotie van de opleiding die is verbonden aan de examens NIMA Basiskennis Marketing en NIMA A Marketing. Samenwerken met het ROC van Amsterdam en Flevoland biedt beide partijen veel mogelijkheden; met circa 300 mbo-opleidingen, verdeeld over negen mbo-colleges is het ROCvA een grote partner. Daarnaast heeft het ROCvA scholen voor voortgezet onderwijs en onderwijsaanbod voor volwassenen. De nauwe samenwerking met het ROCvA maakt het aantal mogelijkheden nog groter.

Klik hier voor meer informatie over Basiskennis Marketing en NIMA-A Marketing

Richard Robinson: Modern marketing requires relentless learning and development

Ever since 1996, when Morgan McCall, Michael Lombardo and Robert Eichinger asked 200 executives to self-survey how they thought they learned, the principle of 70:20:10 has become commonplace best practice, if not the perceived truth, for how people learn in the workplace.

If you’re unfamiliar with the model, it suggests that “development generally begins with a realisation of current or future need, and the motivation to do something about it”. And within this it offers a principle that to be successful ….

Lees dit artikel op Marketingweek

Twee RM’s over hoe een marketingstrategie het onderwijs weer op de kaart kan zetten.

Er is veel te doen over de waarde van en waardering voor leraren. Register Marketeer Herman de Wild wijt dat deels aan hun vrijwel onzichtbare prestaties. Dat spoort niet met de prestaties die leraren elke dag weer leveren. Met een doordachte marketingstrategie zou het onderwijs en de school weer wat meer op de kaart kunnen worden gezet, denkt hij. Daar is collega-RM Jan-Ernst van Driel het mee eens: ‘De grondbeginselen van marketing zijn meer dan ooit van toepassing op de school van de toekomst.’ *

Herman de Wild RM, directeur Entrance Onderwijsmedia:

Laat ik het bedrag nog maar even één keer noemen: 225 miljoen euro voor het contracteren van Neymar door de voetbalclub Paris Saint-Germain. Een ruime verdubbeling van het recordbedrag dat op naam stond van Manchester United, dat naar verluidt 105 miljoen euro betaalde voor Paul Pogba. Waar gaat dat naartoe? Wat een bedragen zult u zeggen. ‘Waanzin’, hoor je veel. ‘Gewoon marktwerking’, zeggen anderen. De markt bepaalt immers de prijs in de commerciële voetbalsector, niet de politiek of de ambtenaren in Den Haag of Brussel.

28 vierkante meter

Tja, het is een feit dat genoemde bedragen kennelijk de waarde zijn die spelers hebben. Net zo goed als een kamer/appartement van 28 vierkante meter in Londen onlangs meer dan een miljoen Britse ponden opleverde.

Het is een bekend gegeven dat de tickets voor topartiesten die optreden soms vele honderden euro’s opbrengen. Als de prijzen betaald worden, is dat feitelijk ook de marktwaarde. Kennelijk zijn sommige voetballers, appartementen, topartiesten et cetera zo aantrekkelijk dat er ongelofelijke bedragen voor worden betaald. En die bedragen lijken alleen maar hoger te worden.

Neymar of Pogba ook last van burn-outklachten?

Wekelijks kom ik op scholen en zie ik hoe leraren zich tot het uiterste inzetten om het beste talent uit kinderen te halen. Het onderwijs is één van de sectoren met het hoogste burn-outpercentage. Met alle respect, maar zouden Neymar of Pogba ook last van burn-outklachten hebben? Ik lees of hoor daar eigenlijk nooit iets over.

Tegelijkertijd weten we dat de salarissen van leraren relatief laag zijn en het beroep van leraar niet hoog staat op de index van meest maatschappelijk gewaardeerde beroepen. Leraren lopen niet te koop met de prachtige resultaten die ze bereiken. Dat siert leraren. Het is echter van onschatbare waarde hoeveel leraren voor kinderen en jongvolwassenen betekenen in het verdere leven. En welke maatschappelijke verantwoordelijkheid zij dus hebben.

Maar de, in mijn beleving  onterechte, bescheidenheid van leraren maakt ook dat topprestaties door leraren worden geleverd zonder duidelijke zichtbaarheid. Gevolg? Onderwaardering, te lage salarissen, werkdruk, lerarentekort en zo meer.

School van de toekomst

Het beroep van leraar moet de waardering en de beloning krijgen die daarbij past. Daarvoor moet de school van de toekomst laten zien wat leraren doen. Wat bereiken en betekenen leraren en scholen in het leven van vele mensen?

Kortom, marketing. Een tv-format, waarbij telkens een (bekende?) Nederlander aangeeft welke leraren voor hem of haar het verschil hebben gemaakt en wat de betekenis daarvan is geworden voor hem of haar en de maatschappij. Met een doordachte marketingstrategie zetten we het onderwijs weer wat meer op de kaart. Dat is goed voor de leraar en het Nederlandse onderwijs en daarmee de talentontwikkeling van jongvolwassenen.

Jan-Ernst van Driel MBA RM, directeur Deltion College:

Wat betekent de school van de toekomst voor het marketingvak? Om die vraag te beantwoorden, moeten we een helder en gedeeld beeld hebben bij de ‘school van de toekomst’. En wie heeft er géén mening over de school van de toekomst? Ouders, decanen, leraren, bestuurders, ministeries, bedrijven en de leerlingen of studenten zelf: zoveel stakeholders, zoveel meningen. Over een aantal zaken is er wel een rode draad van overeenstemming.

Het moet flexibeler worden toegesneden op de behoeften van de individuele leerling. Er dient sneller te worden ingespeeld op snel veranderende beroepsperspectieven.

‘Verantwoord’

Dit klinkt al bijna als ‘de behoefte van de klant centraal stellen’ en een korte ‘time-to-market’ van nieuwe opleidingen. Daarbij op een verantwoorde manier gebruik maken van elektronische hulpmiddelen bij het toe-eigenen van de leerstof. Vooral ‘verantwoord’ toevoegen aan deze omschrijving. Want hoewel een groot deel van de mensheid, en zeker niet alleen de jeugd, vastgeklonken zit aan scherm en toetsenbord, wordt nog steeds zeer pedagogisch en didactisch verantwoord gekeken naar de wijze waarop schermen in leersituaties worden ingezet.

Het is zoeken naar de online balans. Naar mijn mening zijn de grondbeginselen van marketing meer dan ooit van toepassing op de school van de toekomst.

Reputatie – Relatie – Relevantie – Ruil

Welke school slaagt erin het 4 R-model succesvol toe te passen? Reputatie – Relatie – Relevantie – Ruil. Een goede reputatie staat voor de kwaliteit van je onderwijs. Die basis moet op orde zijn. Je kunt je er in Nederland nauwelijks positief op onderscheiden, het kan wel een dissatisfier zijn. Bouw een relatie op met je stakeholders en bovenal met degenen om wie het echt draait: de leerling of student, en maak ze ambassadeur.

Zorg dat je relevant bent. In je aanbod van opleidingen en de wijze waarop je het onderwijs inricht. Als je die drie zaken op orde hebt, volgt vanzelf de ruil met diegenen die zich in jouw onderwijs herkennen.

Gepercipieerd maatwerk

Laat scholen gepercipieerd maatwerk aanbieden op een wijze die altijd, overal en voor iedereen is.

Maak het onderwijs daarmee locatie- en tijdongebonden, voor iedereen die zich in een vak wil bekwamen. Stop het hokjesdenken en laat mensen zelf hun hokjes en grenzen bepalen. Laat de overheid, talloze opleidingsfondsen en bedrijven mensen met een opleidingsbehoefte faciliteren met een fiscaalvriendelijk PGO (Persoons Gebonden Opleidingsbudget) om het leven lang ontwikkelen te stimuleren, ook bij degenen voor wie dat misschien niet altijd vanzelfsprekend is. Het marketingvak wordt onderwezen door een opleider waar vakken op marketinggebied worden aangeboden.

Laat het vak er zelf over nadenken hoe we de toekomst van de school, en daarmee ook het marketingvak, op een klantgerichte wijze duurzaam vorm en inhoud geven.

*Deze dubbelcolumn door twee NIMA Registermarketeers is gepubliceerd in Tijdschrift voor Marketing en op MarketingOnline

Groei NIMA Examens in regulier onderwijs zet door

Dit voorjaar berichtten we al dat NIMA examens in het regulier onderwijs explosief groeiden ten opzichte van 2016. Deze tendens zet zich dit najaar voort. De enorme toename is te zien op zowel vo-, mbo- als hbo-niveau. Steeds meer onderwijsinstellingen in het regulier onderwijs geven te kennen de toegevoegde waarde van het NIMA Diploma op het cv in te zien voor hun studenten en hebben daarom gekozen om het marketingvak op de NIMA kennisniveaus Basis en A op te nemen in hun onderwijsaanbod.

Keuzegids-crisis? Hbo’s mógen low hanging fruit niet laten hangen

Door: Jurriaan Gorter*

Zouden er hbo-bestuurders zijn die bij het uitkomen van de Keuzegids hbo hun schouders ophalen en overgaan tot de orde van de dag? De Keuzegids hbo is een onafhankelijke gids die wordt uitgegeven door centrum Hoger Onderwijs Informatie. De samenstellers stellen die samen op basis van het ongefilterde oordeel van studenten en ‘mensen die het kunnen weten’, wat hen als brenger van de moeilijke boodschap uiteraard geregeld op kritiek komt te staan. Je krijgt namelijk per school en per studie een écht rapportcijfer. En dat schuurt. Wie gaat er milieukunde studeren op een hbo waarvan de gids zegt dat die wordt beoordeeld met een 4?

Shitstorm
Gek genoeg zijn dat er toch genoeg. Juist in de grote steden, waar volgens de keuzegids by far de minst aangeschreven hbo’s te vinden zijn (de top 4 minst scorende scholen staan allemaal in de vier grootste steden van Nederland) heeft men nauwelijks te klagen over aantallen nieuwe inschrijvingen. Kennelijk gaat de nieuwe hbo-student in de grote stad liever naar een minder presterende hbo om de hoek, dan naar een uitstekend aangeschreven instelling buiten de Randstad. Het is ook nogal wat om vanuit de periferie van Utrecht of Amsterdam op kamers te gaan in Breda, of te pendelen, maar opmerkelijk is dat gegeven wel.

Bijzondere bijkomstigheid, is dat het succes van die grotesteden-hbo’s hen nauwelijks echt dwingt om de eigen prestaties eens kritisch tegen het licht te houden. Sinds de gids verschijnt, bungelen steeds dezelfde grote namen onderaan de lijst. Lokale nieuwsmedia alarmeren ook jaarlijks over die bedroevende positie van hun lokale hbo’s. Soms wordt er beterschap beloofd of een reden aangedragen en daarna wordt het weer stil. De ‘klanten van de toekomst’ – leerlingen op mbo, havo of vwo – zijn in deze fase van het schoolseizoen vaak net begonnen aan hun examenjaar, dus als het meezit ontgaat de hele shitstorm hen. Ouders zijn vaak al blij als hun spruit rond deze tijd een ‘idee heeft over een vervolgopleiding’, maar eerst dat vermaledijde middelbareschooldiploma maar eens halen. En de hbo-studenten zelf halen ook hun schouders op: ‘Wij de slechtste hogeschool? Het interesseert me niet zo’. Ik bedenk dit niet zelf.

Customer journey
Goede of slechte prestaties in de keuzegids hangen niet samen met de omvang van de school. De best presterende school van dit jaar is een gigantische fabriek. Kleinschaligheid van de opleidingen zelf is wél bepalend, of beter: de organisatie van kleinschaligheid. Of je echte aandacht hebt voor mensen wordt niet bepaald door de omvang van je omgeving, maar door interpersoonlijk contact, gericht op jouw ontwikkeling als professional en als mens. En afspraken nakomen. Dat altijd.

Er is – als gezegd – ook kritiek op de Keuzegids Hbo en daar valt ook best in mee te gaan, maar feit blijft dat de negatieve (en positieve) publiciteitsgolf op de agenda verschijnt van de bestuurders die van hun hbo de beste van het land willen maken. En dat willen ze uiteraard stiekem allemaal. Zo’n hogere score kún je halen door beter in te spelen op de wensen en verwachtingen van je studenten, maar eigenlijk hoor je als onderwijsinstelling gewoon goed onderwijs en goede ondersteuning te bieden en daarná te luisteren naar studenten. Je bent als hbo een instituut, geen bedrijf (die vergissing in denkrichting heeft al de nodige hbo-ellende opgeleverd). Je NPS en je ‘customer journey’ ten spijt: je hébt geen klanten, je bent een school. Maar. Dat neemt niet weg dat je goed naar studenten moet luisteren. Hún perceptie bepaalt voor een belangrijk deel hoe je scoort en soms reiken ze je low hanging fruit aan dat je niet mag laten hangen.

Fietsenstalling
Als studenten van een internationale opleiding bestuurskunde willen dat de opleiding praktijkgerichter wordt, moet je de praktijk opzoeken. Als ze vinden dat er te weinig aandacht is voor het opdoen van beroepsvaardigheden, zoek je naar manieren om hen in contact te brengen met professionals die beroepsvaardigheden kunnen overdragen. Ze vragen niet om een gebedsruimte, verlichting in de fietsenstalling of betere catering. Ze vragen om goed, relevant onderwijs.

Als beroepsvereniging van vakprofessionals heeft NIMA in de afgelopen jaren enorm geïnvesteerd in zijn relatie met hbo’s. Bij een aantal van hen (waaronder overigens de best presterende uit de Keuzegids) hebben we verregaande afspraken, juist óm die praktijk en beroepsvaardigheid naar scholen te brengen. We doen dat door studiemateriaal te delen en normen te standaardiseren, waardoor je niet alleen afstudeert met een hbo-diploma, maar ook met een NIMA Diploma: jouw bewijs van praktijkgerichte kennis. Maar de relatie met hbo’s houdt ook in dat we vanuit de héle beroepsvereniging veel praten met studierichtingsmanagers, programmacoördinatoren, opleidingsmanagers, docenten. Ook zij liepen afgelopen juni in grote getalen rond op de laatste NIMA Marketing Day en dat deed mij persoonlijk écht veel plezier. For the love of marketing. Praktijkgericht en beroepsvaardig, we willen allemaal hetzelfde.

Right here, right now
Ik zou alle onderwijscollega’s in de relevante hbo-richtingen willen vragen, eens goed na te denken over de vraag hoe wij – vanuit de NIMA-beroepspraktijk – jullie kunnen helpen beter te worden. Hoe we de b uit hbo écht kunnen laden met ‘right here right now’-vakkennis, -ervaring of insights. Dat is waarom wij bestaan. NIMA is een vereniging met een missie: het vak en zijn professionals beter maken en bijstaan.

Want als vakman uit de hbo-praktijk stak het me wel, de harde kritiek die sommige van mijn meest dierbare oud-collega’s deze week ten beurt viel. Er wordt door veel zeer bevlogen onderwijsprofessionals keihard gewerkt aan goede prestaties in het hbo. Dus nee, ik denk niet dat ze bestaan: hbo-bestuurders die bij het uitkomen van de hbo keuzegids hun schouders ophalen en overgaan tot de orde van de dag. Maar laat me je helpen verder te komen en laat het niet overwaaien. We zijn any moment bereid daar een bak koffie over te komen drinken.

*Jurriaan Gorter is Manager Study Members & Exams bij NIMA, beroepsvereniging voor professionals in marketing, communicatie en sales

 

 

NIMA minor Marketing populair in mbo-onderwijs

Amsterdam, 25 september 2017 – Een fors aantal mbo-opleidingen start met het aanbieden van de NIMA minor Marketing. Vanaf jaar 3 kunnen de leerlingen het NIMA Examen afleggen en bij voldoende resultaat ontvangt men het officiële NIMA Diploma. Dit diploma wordt hoog gewaardeerd door het bedrijfsleven en is daarmee een waardevolle toevoeging op het cv.

Inmiddels hebben 12 mbo-onderwijsinstellingen zich aangesloten bij NIMA, de beroepsvereniging voor professionals in marketing, communicatie en sales. Deze scholen bieden jaarlijks het NIMA Examen aan. In de eerste helft van 2017 hebben ruim 1.000 leerlingen het NIMA Examen afgelegd en heeft ruim 60% van hen een officieel NIMA Diploma behaald. Dit diploma is opgenomen in zowel het NIMA Diplomaregister als in het openbare register MijnNIMA.

Opbouw mbo-opleiding
Sinds 2016 bestaat een mbo-opleiding uit een basisdeel, profieldelen en keuzedelen. Het keuzedeel omvat 15% van de studielast van een opleiding. Keuzedelen worden vermeld op het diploma en hebben daarmee een formele status. Met het keuzedeel kan de mbo-leerling zich verbreden of verdiepen. Een leerling kan zich met een behaald keuzedeel dus onderscheiden; het vormt een ‘plus’ op zijn of haar mbo-diploma.

Geert Cornelisse adjunct directeur bij sg De Rooi Pannen: ‘Als school en opleiding Marketing & Communicatie staan wij al jaren in de top van Nederland met het aanbieden van mbo-onderwijs. Goed onderwijs is de studenten voorbereiden op het hbo en/of het bedrijfsleven. Met het NIMA Examen krijgen de studenten de mogelijkheid om zich op de arbeidsmarkt te kunnen onderscheiden en/of een nog betere basis te leggen voor een succesvolle afronding van een hbo-opleiding. Bij een opleiding Marketing & Communicatie kan je bijna niet achterblijven om de studenten voor te bereiden op een landelijk erkend en onderscheidend diploma van NIMA. Door de lesstof uitgebreid te behandelen, up-to-date voorbeelden uit de praktijk te geven en oefenexamens te oefenen en te bespreken, worden de studenten optimaal voorbereid voor het NIMA Examen.

Examinering keuzedeel
Elke mbo-leerling moet een keuzedeel volgen. Het keuzedeel is nog geen onderdeel van de slaag/zakregeling, maar het moet wel worden geëxamineerd. De Tweede Kamer heeft besloten om de keuzedelen op termijn onder de slaag/zakregeling te plaatsen. Het streven is om het behaalde resultaat van een keuzedeel vanaf 2018-2019 mee te laten tellen in deze regeling. Het weegt dan dus mee in het behalen van het mbo-diploma.

NIMA keuzedelen
Vanuit het mbo is veel vraag naar externe validering en examinering. NIMA heeft daarom twee keuzedelen voor het mbo ontwikkeld: Marketing (basis) met 240 studielasturen en Marketing (verdieping) met 480 studielasturen. Deze zijn gekoppeld aan de examens NIMA Basiskennis Marketing (niveau 3) en NIMA A Marketing Medewerker (niveau 4).

Meerdere lesmethodes en boeken sluiten aan op de leerdoelen en NIMA exameneisen. NIMA biedt inhoudelijke ondersteuning in de vorm van examentraining voor studenten en/of gesprekken met de docenten ter voorbereiding op de lessen. Klik hier voor meer inhoudelijke informatie over de NIMA keuzedelen.

Over NIMA
Het Nederlands Instituut voor Marketing is de beroepsvereniging en het exameninstituut op het gebied van marketing, communicatie en sales. NIMA ondersteunt professionals binnen die vakgebieden gedurende hun carrière op het terrein van kennis, professionele vaardigheden, biedt contactmomenten en inspiratie. NIMA geeft met examens en certificering duiding aan kennisniveaus en werkervaring. Het doel van NIMA is om voor iedere marketeer via verschillende leervormen en op ieder gewenst niveau zijn/haar persoonlijke groei en professionele ontwikkeling in het vak mogelijk te maken.

Explosieve groei NIMA Examens in regulier onderwijs

2017 is voor team NIMA Examens goed begonnen door een explosieve groei van het aantal examenkandidaten ten opzichte van 2016. Deze toename is vooral te zien in het regulier onderwijs op zowel VO,  MBO en HBO niveau. Steeds meer onderwijsinstellingen in het regulier onderwijs geven te kennen de toegevoegde waarde van het NIMA Diploma op het CV in te zien voor hun studenten en hebben daarom gekozen om het marketingvak op basis, van de door NIMA gestelde eisen, op te nemen in hun onderwijsaanbod.