Merkactivisme: met alleen een Oekraïense vlag ben je er niet

Enkele weken geleden werden we opgeschrikt door het vreselijke nieuws van de oorlog in Oekraïne. En bij veel merkorganisaties ontstond de vraag: ‘wat kunnen of moeten wij doen als merk met deze situatie’. De reflex om te acteren bij maatschappelijke issues zie je meer en meer. Ook in Nederland. Maar hoe?

Vaak werd er gekozen voor het vlaggen met de Oekraïense vlag, terwijl er ook bedrijven waren die hun activiteiten in Rusland beëindigde, zoals Ikea deed, of die een flink bedrag doneerden via Giro 555 voor hulpverlening in Oekraïne.

Dit artikel is geschreven door Frank Peters en verscheen eerder op

Hoe een ‘gewoon’ bedrijf beter kan worden in purpose-marketing

Bijna iedereen is voor een betere wereld, alleen gaan er veranderingen mee gepaard die mensen soms bang maken.

De behoefte bij consumenten aan duurzame merken stijgt. De voorspelling is dat ze merken en organisaties meer gaan vragen om duidelijker standpunten in te nemen. Diverse onderzoeken onderbouwen dit. Volgens de Edelman-merken studie (2018) is 64% van de wereldwijde consumenten bereid om een merk te kopen of te boycotten wegens zijn standpunt ten opzichte van sociale onderwerpen. Volgens het Futerra onderzoek heeft 96% van de mensen het gevoel dat hun eigen acties zoals bewust consumeren en  recycling bijdragen

Een acht jaar durend onderzoek naar succesvolle bedrijven zocht naar de oorzaken achter de snelle groei. Met de onverwachte uitkomst dat ideële doelgerichtheid, een factor waar ze niet naar hadden gezocht, hechtere organisaties, beter gemotiveerde stakeholders en meer winstgevende groei schiep.

Hoe kan je als marketeer deze inzichten in de praktijk toepassen? Je ziet een verschil tussen wat veel bedrijven in de praktijk realiseren en wat non-profit organisaties en consultants voor kansen zien. Dit is ook begrijpbaar gezien zij veelal vanuit een veilige omgeving mooie vergezichten kunnen laten zien. Dit heeft een waardevolle rol als katalysator en om nieuwe theoretische modellen te ontwikkelingen. Uit mijn gesprekken met andere bedrijven en mijn eigen ervaringen is er regelmatig nog niet genoeg draagvlak om vanuit een purpose te ondernemen. Een belangrijke vraag is hoe kunnen we de afstand tussen de nieuwste inzichten en de praktijk kleiner maken?

Dit artikel is geschreven door Samvgentevoort en verscheen eerder op

Studiedag Best of NIMA; eenmalig cadeau aan het vak

Eén dag les, vijf vakdocenten met de hoogste waardering van cursisten en deelnemers, via de livestream, van Martech tot Purpose

Een bijzonder en tamelijk uniek buitenkansje voor ieder die écht een dag serieus aan zijn of haar marketingopleiding wil werken (zonder welbegrepen eigenbelangen, addertjes onder het gras of een gratis productdemonstratie na afloop): Het Nederlands Instituut voor Marketing zet op één dag zijn vijf best gewaardeerde docenten in de stream en ieder die zich geroepen voelt mag aanschuiven in de digitale klas. Een NIMA-masterclass voor gratis. Kun je na afloop bijschrijven op je eigen LinkedIn-profiel.

Het aanbod geldt tot een maximum van 300 deelnemers dus vraag niet hoe het kan, maar profiteer er op tijd van. Vrijdag 26 november gaat het plaatsvinden. Veeg die dag leeg in je agenda en noteer ‘bijscholen’. En vergeet dus niet op tijd te registeren als je wilt deelnemen. NIMA-lid of niet, maakt voor één keer niet uit. Als het je uitkomt mag je meedoen. De onderwerpen en docenten zijn gekozen naar aanleiding van onderzoek onder deelnemers aan de NIMA-Masterclasses in 2020. Daarvan biedt NIMA er zo’n 130 per jaar aan, dus ga er vanuit dat je écht een topprogramma doorloopt. De sprekers zijn beoordeeld met een 8,5 óf hoger tijdens het NIMA-programma.

Vijf keer een uur les van een echt specialistische vakdocent

We komen er onbeschaamd voor uit: Marketingfacts is NIMA, en NIMA is geen bedrijf maar een vereniging, dus als er iets te promoten valt voor het vak of het Instituut laten we dat niet na, maar dit is echt een bijzonder initiatief: De jaarlijkse ‘Best of NIMA’-dag wordt normaal gesproken éénmalig aan het eind of juist begin van een kalanderjaar aangeboden. Op één dag lopen de vijf best gewaardeerde docenten van het voorgaande jaar in een razend tempo door hun lesstof. Vijf keer een uur les van een echt specialistische vakdocent, mét vragen stellen en moderatie. Kost de deelnemer een normaal gesproken een paar honderd euro, maar levert dan ook vijf NIMA Permanente Educatie-punten op voor marketingprofessionals die dergelijke punten verzamelen.

Dit jaar is alles anders, de fysieke bijeenkomst kan niet plaatsvinden, de sprekers waren al ‘gereserveerd’ en het programma stond al klaar, dus voor één keer zet NIMA de stream open voor ieder die wil deelnemen. Je betaalt met je NAW en je wordt niet ‘doodgespamd’ na afloop.  

Het programma: In één dag wordt je bijgepraat over marketing via LinkedIn, pricing-strategie, de stand van zaken in martech, purposemarketing en het inrichten van een prettige werkcultuur. Of beter: het vinden van geluk in je leven, dus je werk. En er is ook nog een Marketingfacts-haakje, want de redactie komt de dag modereren vanuit de studio.

Uit de wervingsmail van Rob van Vroenhoven, Manager Opleiding en Examen van NIMA: “Door de huidige situatie door de verscherpte coronamaatregelen wordt het niet alleen een online sessie, maar zijn er dit keer ook geen kosten aan verbonden. Wij willen, in deze tijden waarin het lastiger is om van elkaar te leren en elkaar te ontmoeten, The Best of NIMA cadeau doen aan alle marketingprofessionals. Een cadeau voor de nodige dosis inspiratie en inzichten waar je de volgende dag gelijk mee aan de slag kunt!”

De line-up:
•    Richard van der Blom – Kraak de LinkedIncode  
•    Tijs Rotmans – De wondere wereld van pricing management 
•    Coen Wiers & Ludo Voorn MM RM – MarTech, the shiny, sexy stuff! 
•    Guy van Liemt RM – Het rendement van geluk 
•    Carmen Phillips – Success doesn’t happen by accident – it happens on purpose! 
 
Voor het deelnemen aan dit online event krijg je 5 PE-punten. Klik op de knop hierboven voor het volledige programma en om je in te schrijven. Tot dan! 

Dit artikel is geschreven door Luuk Ros SCP en verscheen eerder op

Purpose of Pegels?

Purpose

‘Terwijl de koopman en de dominee in de marketeer boeiende gesprekken voeren, keert de wal het schip’

Steeds meer bedrijven maken goede sier met een Purpose of Hoger Doel. Sterker nog: het lijkt wel een hype! Waar in de vorige eeuw wereldverbeteraars, die te herkennen waren aan hun geitenwollen sokken, zelfgebreide truien en lange haren, zich inzetten voor het klimaat, de dieren en onbespoten voedsel – sommige etablissementen serveerden zelf eikeltjeskoffie – zijn het nu steeds vaker salonfähige bedrijven die door het nastreven van een ‘Purpose’ of Hoger Doel nadrukkelijk willen bijdragen aan een hogere winst. Eh, pardon; een betere wereld. Zeggen ze. Of gaat het ze toch vooral om de pegels?

Een ding is duidelijk: merken met een Purpose scoren beter. Onderzoek van Millward Brown claimt zelfs dat bedrijven met een ‘Purpose’ tot 400% beter presteren dan bedrijven zonder een hoger doel. Andere onderzoekers laten iets minder spectaculaire cijfers zien, maar out performance percentages van meer dan 50% zijn niet ongewoon, afhankelijk van scope en tijdstip van het onderzoek.

De Nieuwe Hippies

Je zou de aanjagers van purpose driven business de ‘nieuwe hippies’ onder de bedrijven kunnen noemen. Zoals Mud Jeans, dat de jeansmarkt aan het opschudden is, En Tesla natuurlijk, Tony’s, Toms, The Body Shop, Triodosbank en dat zijn alleen nog maar merken die beginnen met een T,

Allemaal merken waarvan de founders, vanuit een ideaal om meer impact te realiseren, een bedrijf zijn begonnen. Het bedrijf vormt het vliegwiel om een beweging, een positieve verandering te realiseren. Bijvoorbeeld op het gebied van kinderarbeid, werkomstandigheden, grondstoffengebruik (circulaire economie), kapitalisme, zelfbeeld, of wat er ook maar aan kan bijdragen dat de wereld een stuk beter, prettiger, liever, zelfbewuster, trotser, gezonder of blijer wordt.

Want wat nou als je Shell bent?

En dat inspireert niet alleen consumenten en afnemers en niet te vergeten medewerkers en andere stakeholders, maar levert dus (op termijn) ook gewoon meer pegels op. Die vaak weer direct in de groei van het bedrijf geïnvesteerd worden.

Het ene Purpose is het andere niet

Mark Ritson zei het al: ‘It’s crucial we draw a line between businesses that were founded from purpose and those that originated with a profit agenda and applied purpose to secure more of it.’

Want wat nou als je Shell bent? Dan is het nastreven van een Purpose bittere noodzaak geworden om te overleven. Of Unilever? Of Coca-Cola? Hebben de CEO’s en CMO’s daar het licht gezien? Durven ze, zoals Polman bij Unilever, hun aandeelhouders (en hun CFO) te trotseren? Zijn de oude corporates een uitstervend soort?

Ik ken klimaatactivisten die vinden dat de grote corporates die de aarde kaal hebben geplukt en onze gezondheid met suiker, vet en zetmeel hebben verpest, de nek moeten worden omgedraaid. Wat hun betreft is de tijd van de Nestlé’s, de Procter & Gambles, de Unilevers, maar ook de grote banken en automakers, de kledingindustrie en al dat soort grote ‘uitbuiters’ voorbij.

En misschien hebben ze daarmee een punt. Want hoe geloofwaardig zijn deze multinationals met hun Purpose-uitspraken nu eigenlijk? Het zit domweg niet in hun DNA om meer oog te hebben voor de aarde dan voor de aandeelhouders.

Het houdt niet op, niet vanzelf. Er is véél te doen over de rol en positie van Purpose in marketing. Deze posting en visie is uitgeschreven op initiatief en verzoek van de Marketingfacts-redactie. Op 5 november verzorgt Adriaan een NIMA Masterclass ‘Purpose, van Marketing naar Mattering’. Er zijn nog enkel plekken beschikbaar.

Lichtpuntjes

Maar er is hoop, want in mijn ogen keert de wal het schip. Ik zie de volgende lichtpuntjes:

Ten eerste pikken steeds meer consumenten het pure winstgedreven gedrag ten koste van bijna álles het niet langer. Ten tweede vinden medewerkers het steeds belangrijker om bij een organisatie te werken die ertoe doet. En arbeid is schaarser aan het worden, dus krijgen ze steeds meer invloed. Omdat ze gewoon ergens anders gaan werken als het ze niet bevalt of als ze vinden dat de transitie te langzaam gaat. Wie wil er nog bij Shell werken? Dan heb je wat uit te leggen op een verjaardag. En ten derde roeren de stakeholders zich in steeds sterkere mate. Zo werd de afgelopen week bekend dat pensioenfonds ABP uit de ‘fossiele’ producenten stapt.

Een purpose is pas een principe als het pijn doet

Dus ze zullen wel moeten, die corporates, of het nou van harte gaat of niet. Doen die merken dat omdat ze ineens een groen hart hebben of gaat het ze nog steeds om de winst? En kun je je missie zomaar geloofwaardig herijken? Voor de een is dat natuurlijk lastiger dan voor de ander. Je doet het al gauw niet goed genoeg. Termen als ‘greenwashing’ en ‘windowdressing’ vliegen je al snel om de oren. Je kunt je ongetwijfeld de heetgebakerde in- en externe discussies voorstellen.

Als je bedrijf geen winst maakt, gaat het natuurlijk een keertje ten onder. Al zijn er nogal wat startups en ook gevestigde tech-bedrijven die dat moment heeeel lang weten uit te stellen. Het mooie is dat het nastreven en realiseren van je purpose (al is het natuurlijk bijna nooit helemaal af) gewoon ook meer pegels oplevert. Het is een win-win situatie. Je draagt bij aan een betere wereld én je verdient er meer geld mee. Daar worden zelfs aandeelhouders blij van.

Bottomline: een purpose is pas een principe als het pijn doet.

Maar de vraag is natuurlijk: gaat het hard genoeg? Doen ze voldoende hun best? Of zijn ze vooral bezig met greenwashing? Wanneer is een purpose echt een purpose? Wat scheidt het kaf van het koren?

Ik geloof dat de lakmoesproef zit in de vraag of het naleven van je purpose pijn doet, omdat het geld kan kosten als het spannend wordt. Zoals bij Nike toen het onvoorwaardelijk achter Colin Keapernick ging staan toen hij opstond door te knielen tegen discriminatie en politiegeweld tegen zwarte Amerikanen. Sommige Amerikaanse rednecks reageerden furieus door hun Nikes ritueel te verbranden. De beurskoersen van Nike zakte met ruim 3%. Dan heb je het al gauw over een paar miljard. Houd dan je rug maar eens recht. En dat deed Nike. Wat mij betreft een lichtend voorbeeld voor alle corporates.

Het mooie is bovendien: een paar dagen later vloog de online verkoop van Nike omhoog en daarna steeg de beurskoers tot recordhoogte. Dat zou andere CEO’s en aandeelhouders moeten sterken.

Sidekick-rol voor de CMO

Want ik ben ervan overtuigd dat Purpose geen speeltje is van de afdeling marketing, maar het domein van de CEO. Mijn stelling is dat geloofwaardig denken en doen vanuit een purpose bij bestaande merken alleen kans van slagen heeft als de CEO er zelf met hart en ziel in gelooft. Sterker nog, dat hij of zij zelf als een soort nieuwe hippie de trekker is van de transitie naar Purpose in zijn of haar bedrijf. Zoals de gewezen CEO Polman bij Unilever. En Sijbesma bij DSM.

En de CMO heeft hierbij een essentiële rol als sidekick. Want die kan, als hoeder van de marketing P’s, laten zien wat de relevantie is voor consumenten, medewerkers en andere stakeholders. Dus sta op CMO’s en do your goddamn job! Dan mag je jezelf voortaan ook een nieuwe hippie noemen.

Dit artikel is geschreven door Adriaan Oomen en verscheen eerder op Purpose of Pegels? | Marketingfacts

Waarom Bingemarketing ertoe doet

Brand Branding Advertising Commercial Marketing Concept

Stop met de versnippering, de organisatie- en datasilo’s, het kortetermijndenken en het van campagne naar campagne hollen

Waarom vinden marketeers het nog steeds zo moeilijk om een goed verhaal te vertellen over hun merk? Carlijn Postma fileert in haar boek ‘Bingemarketing’ de silomentaliteit van de marketingwereld en stelt er een beter model uit Hollywood voor in de plaats.

Stop met de versnippering, de organisatie- en datasilo’s, het kortetermijndenken en het van campagne naar campagne hollen.

Dit artikel verscheen eerder op

‘Kritiek op brand purpose is naïef en onterecht’, stelt Peter Field

Vooral merkeffecten die verband houden met vertrouwen, commitment en bekendheid scoren bijzonder in goed uitgevoerde cases

Vers onderzoek van effectiviteitsexpert, auteur en consultant Peter Field wijst uit dat goed uitgevoerde brand purpose-cases een groter aantal grote bedrijfs- en merkeffecten veroorzaken dan cases zónder duidelijke purpose. Field vindt dat er een eind moet komen aan de soms ‘in vitriool gedrenkte kritiek van vakschrijvers en praktijkmensen’ op het fenomeen van brand purpose. Onderzoek dat hij verrichtte naar effectiviteit van purpose driven marketingcommunicatie bewijst vooral dat sterke cases ook echt heel sterk zijn, al gooit hij voor z’n onderbouwing wel wat appels en peren op een hoop.

Goed uitgevoerde doelgerichte campagnes zijn “superieur effectief zijn bij het behalen van key business measures” aldus Field, maar “er is ontzettend veel venijnige kritiek op brand purpose, en een deel daarvan is naïef en onterecht”, aldus Field in een interview met Marketing Week voorafgaand aan de IPA Effworks 2021-conferentie.

Niet álle kritiek is onterecht, geeft hij toe. Heel veel reclames met brand purpose-doelstellingen hebben weinig of nauwelijks effect, maar dat is de naïviteit. Het is duidelijk dat er andere factoren zijn die je met branding beïnvloedt, zoals investeerders en regelgevers die van bedrijven eisen iets te doen. “Bedrijven willen niet alleen iets doen, ze willen ook dat gezien wordt dát ze iets doen.”

De IPA stelde hem in staat om 47 cases te vergelijken

Field zegt daarom op zoek te zijn naar de win-win; een soort toolkit die bedrijven kunnen gebruiken om aan de ene kant te voldoen aan de eisen die overheid, investeerders, wetgevers en toezichthouders stellen op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid, maar die ook positieve effecten kan hebben op de consumentenrelatie. De IPA Effectiveness Awards Databank, waar Field een tijdje boven hing om te bestuderen, stelde hem in staat om 47 brand purpose cases te vergelijken met 333 ‘non-purpose cases’ in dezelfde periode. Vanaf daar gaat hij een beetje aan de haal met de uitkomsten want Field maakt een nadrukkelijk onderscheid tussen Brand Purpose-cases die goed en die niet goed zijn uitgevoerd. Laat je die laatste groep buiten beschouwing, worden de resultaten spectaculairder. Bovendien lijkt hij zeer effectieve purpose-campagnes te vergelijken met gemiddelde overige cases, waarvan er veel meer voorhanden waren. Dat lijkt op appels en peren, maar goed: dat maakt het bestuderen van succesvolle cases natuurlijk niet minder relevant.

Definitie van Brand Purpose

Field definieert ‘brand purpose’ als “a commitment articulated by a commercial brand or its parent company to goals other than improved profits or products, involving contribution towards one or more positive social impacts”. Wat ons betreft een geheel nieuwe definitie trouwens. Die positieve effecten kunnen als bekend plaatsvinden op terreinen als gezondheid, milieu, menselijke ontwikkeling, duurzame bedrijfspraktijken of andere, soortgelijke gebieden.

In eerste instantie zien de bevindingen er weinig overtuigend uit voor voorstanders van brand purpose. Het gemiddelde aantal “very large business effects” voor alle non-purpose campagnes ligt op 1,6, terwijl dit voor brand-purpose campagnes naar een beduidend lagere 1,1 zakt.

Er ontstaan ​​wél grote verschillen bij het vergelijken van sterk uitgevoerde brand purpose-cases met minder geslaagde cases. Field vindt dat daar een soort “analytische truc” plaatsvindt om de beste van de minst presterenden bij de analyse te betrekken, “maar die twee groepen doen de dingen echt heel anders”. Rond de helft van de brand purpose-cases heeft overtuigend sterk gepresteerd, maar daarvan is het aantal met ‘zeer grote bedrijfseffecten’ gemiddeld 2,1, ruim boven de 1,6-benchmark voor cases zónder. Aan de andere kant: voor zwakke cases van brand purpose-cases is dat cijfer slechts 0,1. Bottom line: Stérke purpose-cases veroorzaken ook stérke merkeffecten, met een gemiddelde van 3 zelfs een ‘uitzonderlijk sterk’. Vooral merkeffecten die verband houden met vertrouwen, commitment en bekendheid scoren bijzonder in cases met een goed uitgevoerde brand purpose. In meer dan eenderde (35%) van de cases bouwde een merk vertrouwen op, 43% commitment en 39% bekendheid (zie bovenstaande grafiek).

Field identificeerde ook gebieden waarop een succesvolle brand purpose-campagne niet alleen positieve merkprestaties stimuleert, maar ook “behoorlijk krachtige” B2B-effecten en overige bijkomende voordelen. Zo had 35% van de cases met een sterke purpose een positief effect op relaties met leveranciers of distributeurs (vergeleken met 23% voor cases zonder purpose en 29% voor cases met een zwakke purpose), terwijl 18% een positief effect had op relaties met investeerders ( vergeleken met 9% voor non-purpose en 6% voor zwakkere purpose-cases). “Ik ben er ook vrij zeker van dat de voordelen voor de relatie met investeerders die de analyse uitwijst in de afgelopen jaren waarschijnlijk alleen maar zullen zijn gegroeid”, voegt Field toe.

Verder verbeterde bij 59% van die sterke brand purpose-bedrijven de werknemerstevredenheid (vergeleken met 23% bij bedrijven met campagnes waarin dat niet het geval was en 47% van de campagnes met een minder sterke purpose-strategie). In 82% van de cases nam de media-aandacht toe (daalde met 56% van de cases zonder purpose-component). Maar “het is vrij duidelijk dat wat veel critici hebben gezegd, waar is”, geeft Field toe. “Als je wordt gezien als niet-geloofwaardig, of zelfs hypocriet, en als je brand purpose op geen enkele manier aansluit bij de business van je merk, zal het niet blijven hangen.”

“Het mooie van brand purpose is dat wanneer het goed is gedaan, het nieuwe dimensies aan een categorie toevoegt, zodat een merk zich kan onderscheiden op manieren die het voorheen niet mogelijk waren”, legt hij uit.

Dit artikel is geschreven door Luuk Ros SCP, en verscheen eerder op

Van purpose naar profit

Al jarenlang wordt er door marketeers gepraat over de rol van merken en bedrijven in de maatschappij. Vooral veel gepraat, want in tegenstelling tot in de VS, vind het Europese bedrijfsleven dat de maatschappij vooral een verantwoordelijkheid van de politiek is.

Maar sinds het verschijnen van het IPCC afgelopen maandag wordt er nu ook vanuit de marketinggemeenschap gevraagd om concrete actie. Gelukkig is er sinds kort een nieuw breed gedeeld marketing manifest. Voor het eerst in decennia is het PIM (Platform Innovatie marketing) er in geslaagd gerenommeerde marketingorganisaties als o.a. NIMA, VIA, ADCN, MWG samen te brengen en nieuw gemeenschappelijk marketing manifest te ontwikkelen.  Een manifest wat er in geslaagd is om in tien punten de uitdagingen van de moderne marketeer scherp samen te vatten. Opgedeeld in drie blokken markt, mens en organisatie. Dit manifest verdient de aandacht van elke marketeer. Een beetje meer reclame maken voor dit manifest door alle betrokken organisaties onder hun leden, is dan ook echt aan te raden.

Toch mis ik nog een belangrijk blok, money. Inspelen op de veranderende voorkeuren in de maatschappij op het gebied van klimaat, duurzaamheid, diversiteit, toezicht e.d. is ook gewoon slim marketing bedrijven. Na alle commotie rond de campagne met American Football speler Collin Kaepernick bereikte Nike zijn hoogste stockprice ever. Bedrijven als Tesla en Oatly hebben in een mum van tijd al een enorme beurswaarde opgebouwd. Gewoon omdat hun verhaal en producten heel goed resoneren bij de voorkeuren van nieuwe generaties consumenten. Op een wijze die voor hen authentiek, cultureel relevant, ervaringsgericht en emotioneel verbindend is. Zo wordt purpose ook profit. En ontstaat er meer draagvalk voor het mooie marketingvak in de boardroom en bij investeerders.

Dit artikel is geschreven door Ed Stibbe RM

 

‘Ineens’ steunen LGBTQIA+ community tijdens Pride schijnheilig

Retail en horecaondernemers die ‘ineens’ tijdens Pride laten zien dat ze de LGBTQIA+ community steunen, wordt door bijna een kwart van de Nederlanders (23%) gezien als schijnheilig. Dat blijkt uit onderzoek onder 1.127 consumenten uitgevoerd door Lightspeed.

Eén op de tien Nederlanders vindt dat er eigenlijk het hele jaar door aandacht zou moeten zijn voor LGBTQIA+ kwesties. Ondernemers in de retail- en horecasector zouden dat bijvoorbeeld kunnen doen door het tonen van een vlag of een andere zichtbare verwijzing naar de LGBTQIA+ community (22%). Ook een inclusief personeelsbeleid (32%) of het hanteren van een genderneutraal inclusiviteitsbeleid door middel van bijvoorbeeld toiletruimtes (23%) worden genoemd als acties om structureel te werken aan een inclusieve samenleving.

Retail en horeca spelen een actieve rol in support
Volgens de ondervraagde Nederlanders is het ook belangrijk dat retailers en horecaondernemers tijdens de Pride week extra aandacht besteden aan de LGBTQIA+ community. Met name het doen van een donatie aan een LGBTQIA+ non-profit organisatie (23%), het opstellen van advertentiecampagnes met duidelijke support statements (23%) en het versieren van het interieur in Pride-kleuren (22%) worden gewaardeerd.

Pride blijft een belangrijk initiatief
Mensen kunnen nog steeds niet zichzelf zijn en daarom blijven de Pride activiteiten een belangrijk initiatief, zegt bijna een derde (30%) van de Nederlanders. Een even grote groep vindt het prima, maar heeft er zelf weinig mee. Tijdens de Pride week wordt met diverse activiteiten extra aandacht besteed aan de positie van LGBTQIA+‘ers en een inclusieve samenleving. Dit jaar is het thema van Pride Amsterdam ‘Take pride in us’. Activiteiten vinden op kleinere schaal plaats door de coronarestricties.

Dit artikel verscheen eerder op

Doe je als merk aan Pride? Doe het goed of laat maar zitten

Als marketing- en reclamepersoon snap ik dat je het riskant vindt om mensen af te stoten. Maar lieve marketeer: doe dan niks

Door Japie Stoppelenburg 

In Amerika is het Pride Month. Een maand waarin de liefde en vrijheid gevierd wordt van homo’s, lesbiennes, biseksuelen, transgenders, intersexen, queers, en iedereen die niet in deze opsomming past. Ook in ons kikkerlandje zijn we ons aan het voorbereiden op Pride, al houden wij hier in Nederland de jaarlijkse botenparade in Amsterdam aan als onze Pride Week. Die is dit jaar van 31 juli tot 8 augustus. En dus zijn ook de Nederlandse merken, instanties en marketeers zich aan het voorbereiden op wat ze kunnen doen.

Zo ook een merk waar we bij Truus mee in aanraking kwamen. Ik ga geen namen noemen want naming en shaming is niet de bedoeling van dit stukje. Dit merk vroeg ons mee te werken aan een inhaker voor Pride waarin we regenboog-gekleurde hebbedingetjes weggeven via Instagram. Mensen die mij kennen weten dat ik geen ontzettende activist ben en niet zo snel een publiek standpunt inneem of radicaal tegenwerk. Maar als een homoseksuele man en eigenaar van m’n eigen reclamebureau voel ik me geroepen om hier iets van te zeggen: daar doen we dus niet aan mee.

Niet dat regenboog-gekleurde hebbedingetjes aanstootgevend zijn ofzo. Helemaal niet. Maar de vraag schoot een beetje in het verkeerde keelgat bij mij, en zo ook bij de LGBTQ+ collega’s in m’n team. We hebben namelijk andere dingen gepresenteerd. Betere dingen. Ideeën, initiatieven, apps en platforms die een échte impact kunnen maken. Echt levens kunnen veranderen. Werden allemaal afgekeurd. Er was een aantal weken geleden onder een social media post een lawine van homohatende trollen. Maar het merk wilde niet van zich afbijten in de comments. Hebben we zelf maar een groep vrienden en allies opgetrommeld om de comments te overladen met liefde en regenbogen.

Veel druk 

De reden waarom zo’n bedrijf dit niet wil? Eigenlijk dezelfde reden waarom merken in Nederland zich niet uitspreken tegen Zwarte Piet, of voor Black Lives Matter: we kunnen ons het nu niet veroorloven om mensen tegen ons in het harnas te jagen. Intern en extern. En ik snap dat. De pandemie heeft ontzettend veel druk gezet op de omzet van veel grote Nederlandse merken, en klanten aan je binden is belangrijker dan ooit. Als professioneel marketing- en reclame persoon snap ik dat je het dan riskant vindt om mensen af te stoten. Jammer, maar ok. Dat is nou eenmaal hoe kapitalisme werkt.

Maar lieve marketeer: doe dan niks. 

Statement maken 

Want misschien is de acceptatie van LGBTQ+ in Nederland een stuk verder dan in de rest van de wereld (en veel beter dan onze bewustwording over discriminatie en ongelijkheid), maar ook hier zijn we nog lang niet klaar. Er is sinds corona weer een toename in homohaat en geweld, juist hier in linkse vegan hotspot Amsterdam. Transvrouwen worden, ook in Nederland, nog steeds in exorbitante percentages vaker lastig gevallen, aangerand en vermoord. En laten we niet vergeten dat nota bene tijdens de SAN Accenten vorig jaar een filmpje werd getoond waarin NikkieTutorials een ‘klootzak’ werd genoemd. Vonden de schrijvers grappig, denk ik, want zij had niet al te lang daarvoor haar coming out als transvrouw geplaatst op YouTube. 

Als je daaraan iets wil doen als merk: te gek! Er zijn talloze manieren om een statement te maken. Goede doelen waar je aan kunt bijdragen. Initiatieven die je kunt steunen of opstarten. Huur een LGBTQ+ creatief in (ik ken er wel een paar) en kijk wat je met jouw bedrijf kunt betekenen; your help is much appreciated. Maar je logo veranderen naar een regenboogje en verder je bek niet optrekken is echt nutteloos en zelfs een beetje pijnlijk. Je maakt eigenlijk van Pride een inhaak-momentje voor aandacht en omzet, zoals dierendag, caps lock dag en nieuwjaar. (Slimme zet hoor, want huishoudens met twee mannen verdienen gemiddeld meer dan anderen.) Maar je zou het misschien niet afzien aan onze glitter en gezelligheid, maar er zijn nog steeds talloze mensen in onze community die elke dag moeten vechten voor overleven en respect.

Hierbij dus de oproep aan merken: steun ons écht op de manieren die er toe doen, of laat Pride lekker aan je voorbij gaan. En creatives en bureaubazen verzoek ik ook om hun klanten uit te dagen om meer te doen dan alleen een regenboogje. Of laat mij lekker lullen en doe je ding. Maar in de woorden van Famke: ik doe niet meer mee.